Ted van Essen: ‘Ouderen kunnen heel goed de kwaliteit van hun leven bepalen’
Publicatiedatum: 13 april 2020
Dokter Ted van Essen (71) was 40 jaar lang huisarts in Amersfoort. In 2015 ging hij met pensioen. Nou ja, pensioen? Hij is drukker dan ooit. Deze periode is hij bijna dagelijks op tv te zien om vragen rond het coronavirus te beantwoorden. MAX Magazine spreekt met dokter Ted over deze bijzondere en drukke periode.
Slaapt u nog wel?
“Afgelopen weekend heb ik een beetje bijgeslapen. Televisieoptredens blijf ik altijd een beetje stressvol vinden. Je moet namelijk met een beperkt aantal gegevens toch de juiste antwoorden geven. Dat wil ik niet doen op een manier dat mensen ervan in paniek raken en je wil mensen ook niet ten onrechte geruststellen.”
U bent inmiddels 10 jaar tv-dokter, hoe kwam u bij televisie terecht?
“Begin jaren 90 promoveerde ik op het onderwerp de griepprik. Ik kreeg als snel de bijnaam ‘de griepdokter van Nederland’. Het opvallende aan griep is dat het 2 keer per jaar in het nieuws is. Eén keer als er gevaccineerd wordt én op het moment dat de epidemie er is. Die 2 momenten halen altijd het nieuws. Voor ik het wist zat ik in de 5 uur show en was ik te horen op de radio. Toen in 2008 Tijd voor MAX begon herinnerde Martine van Os zich mij. Vervolgens belde de redactie van dat programma mij en de rest is geschiedenis.”
Maar wij willen nu weleens weten: wie is dokter Ted van Essen?
“Ik ben inmiddels 50 jaar samen met de liefde van mijn leven: Marian. Ik leerde haar kennen tijdens mijn opleiding. In 1972 trouwden we en we kregen 4 kinderen en 9 kleinkinderen. Helaas kunnen we ze in deze periode niet zien. Dat hebben we zo afgesproken. Ik ben van de week 71 geworden, dus ik val in de risicogroep. We bellen veel en Skypen. Dat maakt dat mijn wereld wel een beetje kleiner is geworden. Gelukkig hebben we een tuin en Marian houdt erg van tuinieren. Ik wandel veel. We redden ons goed op die manier.”
Wordt u al herkend op straat?
“Soms.”
En zeggen ze dan: ‘Dokter, ik heb dit of dat kwaaltje, weet u er iets op?’
“Nee, ze beseffen heel goed dat dat niet zo werkt. Heel soms vragen ze het wel, maar dan heb ik een standaardantwoord: ’Dat is goed, kleed u zich maar helemaal uit.’ En dan snappen ze heel goed dat de straat geen setting is om dat te vragen.”
Uw vader is 98 jaar oud geworden.
“Ik gebruik mijn vader vaak als voorbeeld, omdat hij zo oud is geworden. Hij heeft veel ziektes meegemaakt. In de oorlog had hij tuberculose, in de jaren 70 een groot hartinfarct, later een maagzweer en hij overleefde zelfs darmkanker. Ik heb gezien hoe hij met al die ziektes omging en hoe hij toch altijd belangstelling hield voor zijn omgeving. Zelfs in de weken voor hij stierf stuurde hij mij altijd een dag na de uitzending een mailtje om te laten horen hoe hij het programma vond. In het huis waar hij woonde straalde mijn bekendheid op hem af. Hij was trots op mij.”
Kwaliteit van leven vindt u erg belangrijk. U zegt dan ook: zorg voor goede hoorapparaten, zorg dat je goed kan blijven zien.
“Mijn vader had veel kwalen, maar waar hij echt last van had, was de napijn van zijn gordelroos. Het is belangrijk dat ouderen tegen een dokter zeggen wat ze zelf belangrijk vinden. Ouderen kunnen heel goed de kwaliteit van hun leven bepalen. Veel ouderen stellen zich de terechte vraag: wat wil ik nog in de jaren die mij resten? Wil ik vooral blijven wandelen of wil ik nog de marathon lopen? Het kan ook zijn dat je sociale contacten het belangrijkst vindt. Op basis van al die vragen kan een dokter bepalen: hoe streng zullen we uw lichamelijke conditie controleren. Dat geldt ook voor het coronavirus. Daar kan de vraag voor komen te liggen: wil ik nog wel naar de intensive care toe? Daar kan ik als dokter alles van vinden, maar het gaat erom wat de patiënt vindt. Mijn vader wilde op zijn 98ste nog geholpen worden aan zijn benauwdheid. Toen zei zijn huisarts: ‘Dan gaan we dat voor u regelen.’ Ik was erbij dat de huisarts vervolgens de cardioloog belde. Ik hoorde die cardioloog zeggen: ‘Moet dat nou nog voor zo’n man van 98?’ Waarop de huisarts zei: ‘Ja dat moet, want hij wil het.’”
Wat wilt u zelf nog met de rest van uw leven?
“Als ik als tv-dokter mensen van adviezen kan en mag blijven voorzien, dan wil ik dat graag doen. En ik vind het nog leuk ook. En natuurlijk vind ik het ook spannend. Maar het is ook heel gezond om je zo nu en dan in te spannen en uitdagingen aan te gaan. Ook voor ouderen geldt: blijf zo nu en dan uitdagingen aangaan. Of het nou een taal leren is, een instrument bespelen, bridgen of in een zangkoor zingen. Als je jezelf blijft uitdagen, word je niet alleen oud maar ook gelukkig.”
Bron: MAX Magazine – Editie nr. 15 2020