Nooit klaar
Publicatiedatum: 5 april 2016
Pasen was vroeg dit jaar. Buiten was het nog koud en nat. Een late voorjaarsstorm blies ons de eeuwenoude Leidse Pieterskerk binnen. De Matthäus-Passion zorgde als altijd voor warme rillingen, toen het Bachkoor en wij allemaal in de middag door de glas-in-lood kerkvensters heen blijmoedig werden verlicht door de zon. Ademloos dompelden we ons onder in de serene tonen en toen we weer buiten stonden, was de storm gelukkig gaan liggen.
We liepen met onze gasten naar huis. Traditiegetrouw komen ze na afloop bij ons eten en nagenieten. Jammer genoeg stond ons voortuintje wel bomvol bollen, maar hun bloei hadden ze nog niet aangedurfd in de gure vochtigheid. Nu opeens floepen ze allemaal open. Het is mijn eigen Keukenhofje, maar eerlijk is eerlijk: die echte is veel mooier. Maar liefst zeven miljoen bolbloemen vieren er samen de lente tussen prachtige oude bomen en klaterende fonteinen. Stromen toeristen genieten er elk jaar weer van. Helaas is die kleurenpracht na negen weken al weer voorbij. Gelukkig organiseren de medewerkers van dat prachtpark elk jaar een nieuw festijn. Totaal andere perken, andere vormen, andere bloembollen. Ook zij bewijzen zo dat natuur en cultuur nooit klaar zijn.Fascinerend die steeds wisselende kleurencombinaties.
Traditie kan alleen door vernieuwing in ere worden gehouden. Elk jaar doen talrijke kwekers hun best om soorten te veredelen. Misschien mag ik hier een wens doen: kunnen er in de toekomst niet wat meer oude soorten in de Keukenhof en in de bloemenwinkels te zien en te koop zijn? Die schitterende gestreepte exemplaren van vroeger – toen kwam dat door een virus dat ziekte veroorzaakte – of van die leuke ouderwetse, rafelige punttulpen die u vast ook wel herkent van oude prenten.
Enfin, ik mag niet klagen, want een aantal jaar geleden al is er een tulp naar mij vernoemd. Hij heet Janneke’s Orange, gekweekt door iemand bij wie ik 50 jaar geleden bollen ging pellen. Een gulden en vijftig centen kreeg ik dan per volle mand. Twee uur deed ik daar over. Nou en? Er stonden ook leuke jongens te pellen en je kletste gezellig heel wat af daar aan die stoffige tafels vol bollen. En zelfs nu vertel ik er nog graag over. Kortom, ik hoop wel dat er nog eens een Janneke-tulp met een streepje doorheen komt, als het streepje nu maar niet door mij begint te lopen nu ik over vroeger schrijf.