De eerste Elfstedentocht, nu 110 jaar geleden verreden

“It giet oan!” Met deze inmiddels beroemde woorden kondigt de toenmalige voorzitter van de Vereniging De Friesche Elf Steden Henk Kroes de Elfstedentocht van 1997 aan. Het is de laatste Tocht der Tochten die is verreden. Op 2 januari 1909 wordt de eerste georganiseerd. De Elfstedentocht is voor altijd verbonden aan Friesland, zoals het skûtjesilen en het fierljeppen. En dan te bedenken dat een meer dan 200 kilometer lange schaatswedstrijd net zo goed in een andere provincie had kunnen worden verreden. De Friesche IJsbond is in die tijd echter de enige ijsbond die zo’n tocht wil organiseren.

Het is alweer meer dan 2 decennia geleden dat de laatste Tocht der Tochten is gehouden. Sindsdien is het niet meer voorgekomen dat het ijs dik genoeg is om de duizenden schaatsers te dragen tezamen met nog veel meer feestvierende toeschouwers. In 1997 is dus tot op heden de laatste gehouden, de 15e. Officieel 15, want in 1929 is een onofficiële Elfstedentocht verreden.

Elfstedentocht

Elfstedentocht 1997.

Geschiedenis

Zodra er in ons land ijs ligt, trekken Nederlanders in groten getale de schaats aan om over het bevroren water te zwieren. De oudste vondsten van schaatsen stammen uit Dordrecht en Amsterdam van omstreeks 1225. Voor die tijd schaatst men in dit land wel, maar dan op dierenbotten. In de 19e eeuw kennen we 3 soorten schaatsen in Nederland, te weten de Hollandse krulschaats, de Zuid-Hollandse baanschaats en de Friese schaats. De eerste 2 zijn uitermate geschikt om te zwieren, de laatste vooral om snel vooruit te komen. Later is men deze schaats de Friese doorloper gaan noemen.

Schaatstochten over grote afstand

Er bestaat een lange traditie van schaatstochten over grote afstand in ons land. Claes Arisz Caescooper uit Koog aan de Zaan houdt 60 jaar lang een dagboek bij met onder andere gegevens over het weer, ijs en hoogwater op de Zaan. Hij noteert op 19 december 1676 dat hij een schaatstocht heeft volbracht langs 12 steden in Noord-Holland.

Ook voor 1909 zijn er mensen die de 11 Friese steden schaatsend aandoen. In 1763 wordt er melding van gemaakt in het boek “Historische Beschryvinge van Friesland”: “Het is ook meer als eens gebeurt dat goede Schaatse-ryders op een winterse dag alle 11 Steden van Friesland doorgereden en gezien hebben….”. Ook 2 jaar later is er sprake van een schaatser die in één dag alle Friese steden aandoet: “Een hachje gelyk een Zwaluw door de lugt kon vliegen over ’t ys: ’t is Pier die d’ellef Steden van Vriesland op één dag in het rond gereden”. Pals Andries Visser en Pals Geerst Bleeksma zijn de eerste rijders van wie de tijd wordt vastgelegd. In 1809 doen zij de 11 steden aan in een tijd van 14 uur en 30 minuten.

Sportpionier Pim Mulier, de man die wordt gezien als één van de grondleggers van de moderne sport in Nederland, rijdt in de strenge winter van 1890 op 1891 op de schaats langs alle Friese steden. Zijn notities vormen de grondslag voor de Elfstedentochten. Hij vraagt mensen in de 11 afzonderlijke steden hun handtekening op een lijst te zetten als bewijs dat hij de stad heeft aangedaan. Hij doet 13 uur over de tocht en neemt in totaal 2 uur rust. Leeuwarden, Sneek, IJst, Sloten, Stavoren, Hindeloopen, Workum, Bolsward, Harlingen, Franeker en Dokkum zijn opgenomen in de 200 kilometer lange route, waarbij Leeuwarden de start- en finishplaats is.

De eerste Elfstedentocht

Mulier wil al geruime tijd een tocht van 200 kilometer over ijs organiseren. In 1895 laat hij zijn tijd van de tocht registreren als recordtijd. Het is niet zijn doel om een 200 kilometertocht speciaal in Friesland te houden. Hij schrijft alle provinciale ijsbonden aan, maar die zijn stuk voor stuk van mening dat er geen aaneensluitende route van 200 kilometer kan worden uitgezet. Alleen de Friesche IJsbond reageert in 1908 positief. De bond wil het bij een éénmalige tocht houden, terwijl Mulier van mening is dat de tocht zo mogelijk elk jaar moet worden gereden. Dat vindt ook een jurist uit Leeuwarden, Mindert Hepkema genaamd, de latere voorzitter van de Vereniging De Friesche Elf Steden. Op 2 januari 1909 wordt de eerste Elfstedentocht verreden. Dat gaat niet van een leien dakje, omdat volgens de statuten de Friesche IJsbond geen wedstrijdorganisatie is, maar zich alleen mag bezighouden met ijstoerisme.

De eerste winnaar is dominee Minne Hoekstra

Om 5 uur ’s ochtends komen organisatie en schaatsenrijders bij elkaar in Hotel Amicitia in Leeuwarden. Er zouden 48 mannen aan de start staan, maar door de intredende dooi houden er 26 het al voor de start voor gezien. Vanwege die dooi informeert de voorzitter S. Hijlkema van de ijsbond bij de heren of de tocht wel doorgang moet vinden. Allen zijn van mening van wel.

De 22 vertrekken en verdwijnen in het duister in de richting van Dokkum. In 1909 wordt ‘Om de Noord’ gereden, waardoor Dokkum de eerste aankomstplaats is en niet de laatste voor de finish. J. Schaap neemt de leiding, maar moet in Stavoren opgeven. Er ontstaat een spannend gevecht tussen dominee Minne Hoekstra uit Warga en de boer Gerlof van der Leij uit Marrum, die een ruime voorsprong op de rest krijgen. De 2 nemen in Sneek een pauze, waardoor de Amsterdammer luitenant Tiete Rooseboom zich bij hen kan voegen, die hard is gevallen. Ook Hoekstra valt hard.

Elfstedentocht

Hoekstra klaagt over de dooi en de regen tijdens de wedstrijd. “Al struikelende, loopende, slierende, schokkende ervaren wij dat de in de gure mist eindeloos schijnende goor-vuile, ijsachtige glibbermassa steeds onbruikbaarder wordt. ‘n Postbode, komende uit tegenovergestelde richting met z’n schaatsen onder den arm, doet ons ‘t ergste vreezen. ,,’t Wordt nog erger,” antwoordt hij stuursch op een vrijwel overbodige vraag van den heer Feith.” ‘Den heer Feith’ is de Amsterdamse journalist jonkheer Jan Feith, die vanaf Dokkum meerijdt in de kopgroep. Hij doet voor het Algemeen Handelsblad verslag van de eerste Elfstedentocht.

De strijd om de overwinning

Er ontwikkelt zich een spannend gevecht tussen Hoekstra, Van der Leij en Rooseboom als zij strijden voor de overwinning onderweg naar de finish in Leeuwarden. Op ongeveer 5 kilometer voor die finish ontstaat een discussie tussen Rooseboom en Hoekstra over het verloop van die laatste kilometers. Rooseboom wil een sprint naar de eindstreep, terwijl Hoekstra zijn eigen tempo wil aanhouden. Rooseboom besluit te sprinten, maar kan dat niet lang volhouden. Hoekstra passeert Rooseboom, waardoor de dominee de eerste Elfstedentocht wint in een tijd van 13 uur en 50 minuten.

Hoekstra beschrijft zelf zijn laatste meters naar de finish in Leeuwarden: “Hoe ver zijn we nog van de stad? Daar fluit ‘n locomotief, daar nog een; zwak dringt tot ons door ‘t gedreun van rangeerende wagens. Nu weet ik voldoende. Vierkante donkere massa’s, zwak zich afteekenend tegen de zwak verlichte avondnevelen, blijken huizen en fabrieken te zijn. ‘t IJs is ook direct veel slechter geworden, overal schotsen; ‘n harde duw in m’n rug behoedt me voor een val, want diep zit m’n linkervoet in ‘n scheur. Maar voort vliegen we weer, alsof ‘t leven er mee gemoeid is. Van af de kaden heeft de menigte ons reeds opgemerkt, luid geroep van alle kanten begroet ons.”

“Waar is de Amicitia?” “Nog 2 bruggen!” “Deze zijn gepasseerd; links golft de groote menigte van wachtenden, haar luid geschreeuw en gejuich maakt me eenigszins van streek. Waar is de contrôlepaal met brandende lantaarn? Hier moet ‘t wezen, ik stuur er op af… de menschen wijken uitéén, ik gevoel iets heel hards… en stort neer.

Maar opstaan behoef ik nu niet meer, want sterke vuisten heffen m’n natte body op en dragen me, agenten maken ruim baan, ‘t schrille licht van gaslampen verblindt m’n moede oogen. Voor ‘t laatst wordt m’n boekje afgeteekend…‘t Is 10 minuten over 7.”

Rooseboom weet zijn 2e plaats niet vast te houden en eindigt op 5 minuten achterstand van Hoekstra als 3e. Van der Leij eindigt op 3 minuten achter Hoekstra als 2e. Slechts 9 mannen weten de eindstreep te bereiken.

De Koninklijke Vereniging De Friesche Elf Steden en het Elfstedenkruisje

Kort na de eerste tocht wordt de Vereniging De Friesche Elf Steden opgericht op 15 januari 1909 in het Oranje Hotel in Leeuwarden. De vereniging organiseert vanaf dat moment de toertocht en de wedstrijd van de Elfstedentocht. Mindert Hepkema is de eerste voorzitter. Hij bekleedt deze positie tot 1947. De vereniging krijgt als doel ‘de Elfstedentocht door Friesland bij gunstige ijsverhoudingen voortaan jaarlijks te organiseren’.

Iedere deelnemer die zijn stempelkaart vol heeft en binnen de gestelde tijd finisht, ontvangt het felbegeerde Elfstedenkruisje dat stamt uit 1909. Het is een medaille bestaande uit een Maltezer kruis met in het midden het wapen van Friesland. In 2009 mag de vereniging zich koninklijk noemen. In de toekomst zullen de kruisjes getooid zijn met een koninklijk kroontje.

Elfstedentocht

Het kruisje door de jaren heen.

De Elfstedentocht en Friesland, de 2 zijn niet meer van elkaar te scheiden. Het is de Tocht der Tochten die voor één dag heel Nederland weet te verenigen. Elk jaar met het intreden van de winter is het een veel gestelde vraag van schaatsliefhebbers: “Zou de Elfstedentocht dit jaar worden verreden?”. De Elfstedenkoorts is een koorts waarvoor geen medicijn bestaat. Door de zachte winters in deze eeuw is de kans op een tocht niet erg groot en die zeldzaamheid draagt bij aan de mythevorming van de schaatstocht. Maar ons land kent uitschieters naar beneden in temperatuur, waardoor het rijden van de tocht altijd mogelijk blijft. Eén voorwaarde staat voor elke Elfstedentocht daarbij centraal: het ijs moet over het hele parcours voldoende dik zijn. 11 van de 15 Elfstedentochten zijn gehouden bij een ijsdikte van meer dan 25 centimeter. De tocht over het dunste ijs wordt verreden in 1917, op slechts 15 centimeter.

Elfstedentocht

Alleen de gelukkigen met een startbewijs mogen de Tocht der Tochten aanvangen. Voor duizenden eindigt de 200 kilometer schaatsen op natuurijs na uren ploeteren en klunen met een Elfstedenkruisje, soms met bevroren ogen en tenen. Anderen zien de eindstreep nooit en hen rest slechts teleurstelling. Alleen voor de winnaars van de Elfstedentocht is de eeuwige roem weggelegd.

(Bron: Elfstedentocht.frl, Sportgeschiedenis.nl, KNMI.nl, Elfstedensite.nl, Weerservice.nl, Volkskrant.nl, Wikipedia, ANP)

Geef een reactie