Caladium bicolor
Publicatiedatum: 24 november 2018
Met zijn hartvormige, vaak felgekleurde, mooi geaderde blad is de Caladium een opvallende verschijning. Deze tropische plant heeft de nodige gebruiksaanwijzingen, maar als u daar rekening mee houdt, is hij ook in Nederland prima te houden.
Standplaats
Warm, vochtig en niet te licht, de Caladium heeft wat noten op zijn zang. De temperatuur van zijn standplek moet minstens 21 graden zijn, maar liever nog wat warmer. Daarnaast is een plek in de zon uit den boze. De Caladium heeft het liefst een schaduwrijke plek. Ook heeft deze plant een hoge luchtvochtigheid nodig. Iets wat we in onze huizen normaal niet zo snel kunnen bieden, maar houd hem daarvoor in elk geval uit de buurt van de verwarming. Tijdens warme dagen kunnen ze ook buiten gehouden worden, zo lang u ze ook dan maar een schaduwrijke plek geeft. Het flinterdunne blad beschadigt wel snel, dus bij wat onstuimiger weer ziet uw plant er al snel niet meer zo florissant uit.
Water geven
Houd de aarde steeds licht vochtig. Het handigste is elke paar dagen kleine beetjes water te geven, want de kluit mag niet uitdrogen, maar hij mag ook niet in een laag water komen te staan.
Geef tijdens de lente en zomer elke maand plantenvoeding tijdens het gieten.
Sproei zo mogelijk elke dag rondom de plant, maar niet op het blad zelf.
Knol overhouden
In de herfst sterft de plant geleidelijk af, stop dan met water geven. Bewaar de knollen in de pot of in droog zand in een droge ruimte, bij een temperatuur van rond de 12 graden. Anders zullen de knollen verrotten of verkurken. In de lente kunt u de knol van nieuwe potgrond voorzien en in een warm vertrek, bij een hoge luchtvochtigheid opnieuw opkweken.
Bloei
In tegenstelling tot andere planten uit de aronskelkfamilie is de bloei bij de Caladium niet echt bijzonder. Het schutblad en de bloeikolf zijn weinig opvallend. Hij ontleent zijn sierkracht dan ook compleet aan zijn spectaculaire blad, dat verschillende kleuren kan hebben: van wit tot (fel) roze en van groen tot rood.