Communicatie in de zorg
Publicatiedatum: 28 augustus 2018
Het leuke van huisarts-zijn is het spreken met patiënten. Of liever, de communicatie met mensen, want luisteren is belangrijker dan spreken. Iemand heeft ergens last van, maakt een afspraak, vertelt wat hij voelt, de dokter vraagt nog wat dingen na, kijkt of voelt hier en daar, doet eventueel wat verder onderzoek en vertelt de patiënt wat het kan zijn en wat eraan te doen is.
Klachten googelen
Natuurlijk gaat er nog wat aan vooraf. Je maakt je zorgen om bepaalde verschijnselen, vraagt eens bij anderen na of die dat ook wel eens hebben. En je zoekt eens even op Google. Lastig, want hoe weet je nu of het klopt wat dokter Google zegt? Zelf vind ik de site thuisarts.nl nog de beste bron. Die is gebaseerd op de kennis van dokters en wordt niet beïnvloed door reclame.
Het blijkt dat meer dan de helft van de mensen eerst met de computer zoekt wat de oorzaak kan zijn van hun klacht. Meestal helpt dat ook de dokter. Natuurlijk zijn er altijd mensen die de computer liever geloven dan de huisarts, maar meestal verloopt het gesprek met de dokter veel vloeiender door die opgedane voorkennis bij de patiënt.
ICT in de zorg
In de afgelopen 20 jaar is de computer steeds belangrijker geworden in ons leven. Bankkantoren zijn er nog nauwelijks. We pinnen of betalen contactloos. Waar je ook bent: een minuut later kun je met je bank-app controleren of de betaling is geslaagd. We vinden dat allemaal heel gewoon.
Je zou denken dat die ICT ook flink is doorgedrongen in de zorg. Natuurlijk kun je een afspraak maken met je dokter via de computer. Je kunt mailen en appen en soms ook skypen. Laboratoriumuitslagen en ontslagbrieven komen elektronisch bij de huisarts binnen en staan vrijwel direct in je dossier. Maar daarmee houdt het dan ook zo’n beetje op.
Natuurlijk kun je het eigen medische dossier opvragen en dat wordt dan netjes voor je uitgeprint. Maar direct in je dossier kijken, gaat meestal nog niet. Elke zorgaanbieder moet regelen dat in 2020 patiënten digitaal inzage hebben in hun eigen gegevens. Er zijn wel ziekenhuizen die het nu al mogelijk maken om uitslagen direct in te zien, maar dat zijn nog uitzonderingen. Dat is jammer, maar soms ook gevaarlijk.
Goed luisteren
Een goede kennis kreeg onlangs een ernstige allergische reactie van een antibioticum. Hij werd opgenomen op de intensive care van een UMC en redde het maar net. Een maand later kreeg hij een andere kwaal waarvoor hij in een lokaal ziekenhuis moest worden opgenomen en ook weer een antibioticum kreeg. U voelt het al aankomen: daar wisten ze niks over zijn allergie en hij kreeg prompt weer hetzelfde middel en een nog zwaardere allergische reactie.
Goed luisteren naar de patiënt had veel ellende kunnen voorkomen, maar hoeveel eenvoudiger was het niet geweest als de medische gegevens van het UMC gewoon direct zichtbaar waren geweest in het andere ziekenhuis. Ik snap echt niet waarom ziekenhuizen niet even goed communiceren als banken.
Geef een reactie
U moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.
Communicatie in de zorg. …
Gisteren kreeg ik voor het eerst in mijn leven hartklachten. Daarom even naar de huisarts gebeld. Een half uur lang in de wacht gezet, totdat ik het zat was en in de auto naar de huisarts ben gegaan. Daar zij de telefoniste/assistente geirriteerd dat ik eerst had moet bellen en niet zomaar moet komen. Na uitleg van mijn ervaring was ze weer rustig en zei dat veel mensen klagen over de bereikbaarheid en dat ‘men’ bezig met een nieuw systeem. Ik weet al wat er mis is: niet genoeg mankracht in de praktijk. Daarna een onderzoekje door de huisarts, die een ambulance wilde bestellen. Ik moet met spoed naar de ‘Hart Eerstehulp’ in het ziekenhuis. Dat vond ik niet nodig en ben zelf met de auto gegaan. Bij de balie werd ik foutief naar de cardioloog verwezen. Daar aangekomen was men verbaasd omdat de genoemde dokter daar niet werkzaam was, maar op de hart eerste hulp werkzaam was. Toen ik had uitgelegd, dat ik daar moest zijn werd ik verwezen naar de betreffende afdeling. Na ook daar een misverstand werd ik op een bed gelegd en aan de monitor gelegd en bloed afgenomen. Twee sensors gingen steeds los van de huid omdat mijn borsthaar in de weg zat. op de monitor las ik een foutmelding. Als de verpleger binnenkwam, melde ik dat. Het antwoord was steevast: “O, .. Dat geeft niet”. Dat was rond 12.00 uur in de middag. Het hartfilmpje vertoonde een afwijking, waardoor ik nog een ander onderzoek moest ondergaan. Daarna moest ik ook nog een foto laten maken en een fietstest maken. Ik moest even wachten. Dat wachten duurde van 12.00 uur tot 18.00 uur. Ik hoorde vanaf mijn bed, dat op de gang inmiddels 3 brancards stonden te wachten op een bed, dat er niet was. Af en toe kwam er iemand in mijn kamer, kijken of alles goed was. Elke keer sprak ik mijn verbazing uit, dat ik zolang moest wachten op het verloop van het onderzoek. Rond 17.30 uur dertig kwam men zeggen dat ik naar huis mocht, omdat bij de wisseling van de dienst vergeten was om mij op te halen en nu waren er andere mensen voorgagaan. En men had mijn bed nodig voor een nieuwe oproep. Ik had daar de hele middag voor ‘ Jan Lul’ liggen wachten op iets dat niet ging gebeuren. Toen ben ik naar huis gereden nadat ik eerst €10 in de parkeermeter heb verloren. Ik begrijp nu, nog beter, waarom de zorgkosten zo hoog zijn.