Maxime op reis: Lissabon
Publicatiedatum: 10 augustus 2018
Onder de noemer ‘Maxime op reis’ leest u regelmatig verhalen over de eigen reiservaringen van de redactie van MAX Vandaag. We maken deze keer een stedentrip naar Lissabon in Portugal, waar we eeuwenoude bezienswaardigheden bezoeken, vele kilometers maken in de karakteristieke trammetjes, genieten van bloeiende Agapanthus en de pastéis de Belem proeven. Tijdens ons verblijf, eind juni/begin juli, hebben wij mild zomerweer, maar tijdens de zomermaanden kan de temperatuur flink oplopen, zoals we onlangs nog weer meegemaakt hebben. Dan ziet een bezoek er een tikkeltje anders uit.
Gelegen op 7 heuvels
Lissabon is gelegen aan de rivier de Taag en met zo’n 3 miljoen inwoners de grootste stad van Portugal. De ligging op 7 heuvels zorgt voor prachtige uitzichten, maar ook voor wandeltochten die net wat vermoeiender zijn dan normaal. Gelukkig rijden op veel plekken ook metro’s en pittoreske trammetjes. In de wijk Baixa zijn veel mooie, karakteristieke gebouwen en winkels te vinden. In de wat hoger gelegen wijk Bairro Alto vindt u vele eetgelegenheden en gezellige terrassen. Ook de beroemde lift Elevador de Santa Justa is hier. Alfama is de oudste wijk van Lissabon en gespaard gebleven tijdens de aardbeving van 1755. Met aan de ene kant het hooggelegen kasteel Castelo São Jorge en aan de andere kant de Taag. De wijk bezit een aantal wonderschone uitzichtpunten. De iets verder gelegen voorstad Belém mag ook zeker niet ontbreken tijdens uw bezoek aan deze stad.
Parque Eduardo VII
Na een vroege vlucht arriveren we aan het einde van de ochtend op het vliegveld van Lissabon, waar we de bus pakken naar ons hotel. Nadat we er onze reistassen hebben achtergelaten maken we ons op voor onze eerste kennismaking met de stad. Met onze stadskaart hebben we 72 uur toegang tot alle soorten openbaar vervoer, maar voor nu starten we wandelend. Als eerste lopen wij richting het grootste park in het centrum van Lissabon, het Parque Eduardo VII. Het is 26 hectare groot en goed voor vele uren wandelplezier, maar wij bekijken voor nu een fractie ervan. Hierbij zien wij het mooi gedecoreerde Carlos Lopes-paviljoen en het middelste gedeelte van het park met een enorme Portugese vlag en het mooie uitzicht op het lager gelegen gedeelte van de stad en de rivier de Taag. Met pijn in ons hart slaan we de serres over, waar we veel over gelezen hebben, maar er staan deze trip gelukkig nog meer groene bestemmingen op het programma. We genieten in het park ondertussen al van de uitbundig bloeiende Agapanthussen, waarvan we er tijdens ons bezoek nog vele zullen zien.
Vanaf het park steken we over richting het Marquês de Pombal-plein, met daarop een groot monument ter ere van de markies. Hij wordt geroemd om zijn aanpak van de heropbouw na de aardbeving in 1755 die een groot deel van Lissabon weggevaagd heeft. De aardbevingsbestendige manier van bouwen die erna geïntroduceerd is, is naar hem vernoemd: de Pombal-stijl.
Miradouro de São
Vervolgens is het tijd voor de eerste Miradouro, oftewel uitkijkpunt, het Miradouro de São. Het geeft een panoramisch uitzicht op de stad en het aan de overkant gelegen kasteel Castelo São Jorge. Er is ook een klein parkje, dat terwijl wij er zijn helemaal in het teken van het WK voetbal staat. Met verschillende eettentjes en een scherm waar gezamenlijk gekeken kan worden. Ernaast ligt de wijk Bairro Alto, dus u kunt het uitkijkpunt ook prima ’s avonds na bijvoorbeeld een hapje eten bezoeken. De stad ligt er dan met zijn vele lichtjes weer helemaal anders bij. Direct naast het uitkijkpunt ligt het beginpunt van de tramlijn Elevador da Glória, dus u kunt hiervandaan verder reizen met de tram, of u neemt vanaf beneden het trammetje juist naar boven, zodat u een klim bespaard blijft.
Carmoklooster
Wij lopen verder naar het Igreja do Carmo, het Carmoklooster, of beter gezegd de ruïne ervan, gelegen aan een levendig pleintje met een leuke sfeer. Vanaf het plein is het niet te zien, maar eenmaal binnen wordt duidelijk wat de aardbeving van 1755 aangericht heeft. Het dak is door de bevingen naar beneden gestort en wat is overgebleven zijn de muren en steunbogen. Een zeer bijzonder gezicht. Er is ook nog een overdekt gedeelte waarin zich een museum bevindt. Hierin zijn allerlei voorwerpen uit verschillende kloosters te zien, waaronder boeken, graftombes en enkele mummies.
Elevador de Santa Justa
Vlak bij het klooster vindt u de beroemde lift, de Elevador de Santa Justa. Deze lift vormt een handige verbinding met de lagergelegen wijk Baixa. Enige nadeel is dat meer mensen dat weten en het er erg druk kan zijn, waardoor de wachttijden oplopen. Naast de lift, die naar beneden leidt, kan ook een trap naar het bovendek genomen worden, voor een nog mooier uitzicht op Lissabon. Op het moment dat wij er zijn is de rij daarvoor kort, dus we genieten vele treden in de wenteltrap later van het inderdaad zeer goede uitzicht. Omdat de wachttijd voor de lift wel heel lang is, kiezen wij ervoor om te voet naar beneden te gaan, waar we uitkomen op het levendige Rossio plein. We bekijken het fraaie Rossio treinstation en lopen dan de brede winkelstraat in en onder de prachtige triomfboog de Arco da Rua Augustra door het volgende plein op, het Praça do Comércio. Met daarop het beeld van koning Jozef I.
Praça do Comércio
Aan de overkant van het plein ligt de zuilenpier Cais das Colunas, waar we een poosje op één van de in de stenen uitgehouwen bankjes genieten van het uitzicht over de Taag. Omdat deze avond de wedstrijd Uruguay – Portugal op het programma staat hangt er al een gezellige drukte op het plein, waar speciaal voor het WK een enorm scherm neergezet is, waar iedereen gezamenlijk de wedstrijden kan volgen. We besluiten er de komende uren door te brengen en eten een hapje bij één van de eettentjes op het plein en zien samen met de Portugezen hun land verliezen van Uruguay. Flexibel zijn de Portugezen zeker, want een dag later hebben de meeste voetbalfans hun roodgroene T-shirts omgeruild voor het geelgroene van hun nieuwe favoriet: Brazilië!
Belém
Een bezoek aan Belém betekent een aaneenschakeling van mooie bezienswaardigheden. We nemen de trein en stappen uit bij halte Belém. Daarvandaan is het nog een minuut of 20 lopen naar de toren, maar het biedt ons de gelegenheid om eerst het Padrão dos Descobrimentos te bekijken. Een indrukwekkend monument ter ere van ontdekkingsreizigers. Eventueel kunt u hier een lift naar boven nemen, om het uitzicht van bovenaf te bekijken. Vanaf dit monument is ook Ponte 25 de april te zien, de brug die voor diegenen die er geweest zijn, sterk doet denken aan die in San Francisco.
Vervolgens lopen we naar de Toren van Belém. Ondanks het vroege uur staat er al een rij mensen te wachten. We bekijken de toren eerst van alle kanten en als blijkt dat de mensen in de rij in die tijd vrijwel niets zijn opgeschoten besluiten we door te lopen richting het klooster. Daarvoor passeren we het Nationaal Archeologisch museum, waar we een kijkje in de bijbehorende tuin nemen.
Pastéis de Belem
Inmiddels is het hoog tijd voor koffie en dat willen we drinken met een beroemde pastéis de Belem erbij, een zoet pasteitje met room. Even voorbij het klooster zijn die te krijgen, maar alweer treffen we een rij. We komen er echter al snel achter dat die voor de bakkerij staat en dat het bijbehorende restaurant wel gewoon toegankelijk is. We verbazen ons erover hoe groot het binnen is en na vele gangen komen we in een grote open ruimte, waar we al snel een tafeltje aangewezen krijgen op het binnenplaatsje.
Mosteiro dos Jerónimos
Helemaal voldaan staat dan het Hiëronymietenklooster, het Mosteiro dos Jerónimos op het programma. Hier heeft zich inmiddels een rij gevormd die naar het zich laat aanzien zeker een uur of 2,5 in beslag gaat nemen. We twijfelen of we wel zo lang in de zon willen wachten en besluiten eerst de Santa Maria kerk en het museum dat aan het klooster vast zit te bezoeken. In de rij voor het museum valt het ons op dat de Portugezen met hun zojuist aangeschafte kaartjes niet het museum betreden, maar weer naar buiten vertrekken. We komen er al snel achter waarom, wanneer wij aan de beurt zijn en vragen hoe het zit. Wat blijkt, bij het museum kunnen combikaarten gekocht worden, die ook toegang geven tot het klooster. Alleen mag je dan gebruik maken van het middenpad, waar geen enkele wachttijd is. Dit wordt niet met borden aangegeven, dus vandaar dat de meeste toeristen daar niet van op de hoogte zijn. Die informatie willen wij u natuurlijk niet onthouden. We vermoeden dat hetzelfde het geval is bij de Toren van Belém. Weet u het antwoord, laat dan gerust hieronder een reactie achter!
Na een bezoek aan het kleine museum lopen wij even later helemaal gelukkig in het werkelijk fantastisch mooie klooster. Het is in de 16e eeuw gebouwd in opdracht van koning Manuel en de bouwstijl is naar hem vernoemd: manuelstijl. Het klooster is bekostigd met de opbrengst van kruiden en specerijen afkomstig van succesvolle reizen naar Azië.
Museu Nacional do Azulejo
Voordat we uit Belém vertrekken nemen we nog een kijkje in de tropische botanische tuin die hier ligt, waarna we één van de authentieke trams nemen, terug naar het centrum. Waar we overstappen op de bus, om naar het nationaal siertegelmuseum Museu Nacional do Azulejo te gaan. Voor wie in Portugese tegelkunst geïnteresseerd is, zeker de moeite van de rit waard. Het museum is gevestigd in een oud klooster en naast de zeer uitgebreide tegelcollectie kunnen hier ook onder andere de in het museum gelegen kapel en kerk bezichtigd worden. Alle panelen met tegels vinden wij mooi om te zien, maar extra indrukwekkend is het op de bovenste verdieping gelegen tegelpanorama van Lissabon, dat de gehele ruimte beslaat.
Parque das Nações
Na een dagje historie staat er nu een zeer moderne bestemming op ons programma. Met de bus reizen we nog een stukje verder, naar het Parque das Nações. In deze hypermoderne wijk is in 1998 de Expo wereldtentoonstelling gehouden. De futuristische bouwwerken, waaronder hoge flats, het station en het winkelcentrum en daarnaast de kabelbaan en de verderop gelegen 17 kilometer lange Vasco da Gama brug geven een compleet ander beeld van het Lissabon dat wij tot nu toe gezien hebben. Ook hier te vinden is het Oceanário de Lisboa, één van de grootste aquaria ter wereld en de grootste van Europa. We maken een mooie wandeling langs het water en voor we met de snelle optie, de metro, terug naar ons hotel gaan eten we nog een hapje bij één van de vele restaurantjes.
Castelo São Jorge
Terwijl we in Nederland al weken met droogte te maken hebben, oogt Lissabon fris en groen, doordat het er regelmatig geregend heeft. Ook voor deze juli-morgen is er wat regen voorspeld. Het weerhoudt ons er niet van om met tram 28 naar het kasteel de São Jorge te reizen, gelegen op de hoogste heuvel die Lissabon rijk is. De oudste overblijfselen stammen uit de 6e eeuw voor Christus en door de eeuwen heen hebben steeds weer andere machtshebbers hun stempel op deze plek gedrukt, waaronder de Moren. De aardbeving van 1755 heeft een groot deel van het kasteel en de verdedigingsmuren verwoest, maar in de 20ste eeuw is het kasteel in ere hersteld.
Meteen na binnenkomst op het terrein ligt een plein waarvandaan we voor de eerste keer op het weergaloze uitzicht over de stad en de Taag worden getrakteerd. Naast de Agapanthus staat ook de Jacaranda tijdens ons bezoek in volle bloei en op dit plein staan verschillende exemplaren van deze boom met zijn prachtige paarse bloesem. We wandelen verder en bekijken de ruïnes, beklimmen het kasteel en bijbehorende muren en nemen een kijkje bij de archeologische site, waar de oudste overblijfselen uit de 6e eeuw voor Christus zijn blootgelegd. Ondertussen valt inderdaad het verwachte buitje, maar in die tijd drinken we net een kop koffie in het café, dus meer dan de helaas wat bewolkte luchten krijgen we er niet van mee.
Miradouro’s
Omdat we nog lang niet genoeg hebben van de omgeving en het uitzicht gaan we nu op pad naar een aantal Miradouro’s. Het eerste uitzichtpunt is even verderop, bij de kerk Igreja e Convento da Graça, waar ook een terras met een eettentje blijkt te zijn. Wat goed uitkomt, want het is inmiddels lunchtijd. Hierna maken we ons op voor een flinke klim, de steile heuvel op naar het hoogste uitkijkpunt van Lissabon, de Miradoura da Nossa Senhora do Monte. Mocht u hierna liever even niet meer te voet verder gaan, dan kunt u hier kiezen uit vele tuk-tuks die klaar staan om vermoeide toeristen te vervoeren. Wij lopen de heuvel weer af naar het volgende uitkijkpunt, het Miradouro das Portas do Sol. Een gezellig drukke plek en het uitzicht op de straatjes van de wijk Alfama verleidt ons, ondanks onze vermoeide voeten, om niet de tram terug naar beneden te nemen, maar om de smalle, kronkelige straatjes lopend, op een rustig tempo te verkennen.
Estrela
Beneden aangekomen rusten we eerst uit op een terrasje en maken we erna een wat langer ritje met het openbaar vervoer naar de basiliek da Estrela en het ernaast gelegen park Jardim da Estrela. Nadat we uit tram 25 gestapt zijn gaan we eerst de basiliek naar binnen, die rijkelijk gedecoreerd is. Het is mogelijk om via een wenteltrap helemaal naar boven te gaan, waarna het dak te betreden is. Wij gaan nu echter het aan de overkant gelegen park in. Jardim da Estrela is geliefd onder de inwoners hebben we gelezen en dat blijkt ook wel, want we zien er vele rondlopen, op bankjes zitten en hele klassen schoolkinderen vermaken zich er.
Triomfboog
We willen vandaag nog één bezienswaardigheid bezoeken, de Arco da Rua Augusta, oftewel de Triomfboog van Augusta. We reizen daarvoor terug naar het Praça do Comércio plein en betreden de boog. Tot onze opluchting hoeven we die niet geheel te voet te beklimmen, maar gaat het eerste gedeelte per lift. Het tweede gedeelte bereikt u via een smalle trap en om tegenliggers te voorkomen wordt gebruik gemaakt van een slim systeem. Door het indrukken van een knop gaat het licht aan de andere kant van groen op rood. Andersom ziet u aan de kleur dus of de trap wel of niet vrij is. Vanaf het uitkijkpunt hebben we goed zicht op de brede winkelstraat en het plein, waar alweer afgeteld wordt naar de volgende voetbalwedstrijd.
Cemitério dos Prazeres
De ochtend erop hebben we voor we terug naar Nederland vliegen nog een paar uur te besteden en kiezen we voor weer iets heel anders: een bezoek aan Cemitério dos Prazeres, de grootste begraafplaats van Lissabon. Gelegen bij het eindpunt van tramlijn 28. Na de drukte van de stad valt de serene rust hier extra op. Buiten onszelf, zijn de enige levende wezens hier de vele katten, die er heerlijk rondlummelen. In plaats van graven staat deze begraafplaats vol met grafhuisjes. Letterlijk een stad der doden dus. De meeste voorzien van gordijntjes en sommige van tuintjes en grotere zelfs ingericht met huiselijke elementen als een bankstel. Er is duidelijk te zien wie er nog geld in het graf steekt en wie niet. Vele huisjes zijn inmiddels vervallen en we hebben al gelezen dat het een wat luguber beeld geeft, doordat de gordijntjes dan vergaan zijn en het zicht daardoor vrij is op de erin aanwezige kist of kisten. Op het terrein liggen bekende Portugezen begraven, waaronder schilders en musici, maar ook vele brandweermannen. Ook hier biedt het hooggelegen gebied weer een mooi uitzicht over de Taag en de Ponte 25 de april-brug.
Geef een reactie
U moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.
Ik wist niet dat Lissabon zo mooi was en dat er zo veel te zien is. Wil er zeker eens heen gaan. Wel vermoeiend.