dialect

Het dialect verliest langzaam terrein

Twents, Limburgs, Zaans, Stadsfries en Amelands het is een greep uit de dialecten die Nederland rijk is. Maar het dialect staat onder druk. Steeds minder mensen spreken een dialect met elkaar en de volgende generatie lijkt er ook niet warm voor te lopen. Verdwijnt daarmee het dialect voorgoed? 

Eigen taal

Een dialect is een eigen taal. Een variant op het Nederlands, maar met eigen woorden, grammatica en klank. Vroeger had elk dorp zijn eigen dialect. Maar doordat we steeds mobieler zijn en niet meer in dezelfde dorpen blijven wonen, voert de ‘gewone’ Nederlandse taal de boventoon. Sterker nog, het dialect lijkt langzaam te verdwijnen. De Nederlandse Taalunie deed in 2009 al onderzoek naar dialecten. Daaruit blijkt dat 59 procent van de ouders gewoon Nederlands met de kinderen spreekt en maar 34 procent communiceert in dialect.

Limburgs en Fries

Limburgs en Fries zijn zogeheten erkende minderheidstalen. Het zijn dus talen, maar daarbinnen worden verschillende dialecten gesproken. In Limburg en Friesland wordt nog relatief veel onderling in dialect gesproken. Het mogelijke succes van het behoud van deze talen is dat zij verder van de Randstad afliggen en Friezen en Limburgers blijven vaker in de eigen regio wonen. Maar het aller belangrijkste argument waarom hun taal behouden blijft, is dat Friezen en Limburgers er trots op zijn. Ook andere dialecten doen hun best om hun bestaansrecht te behouden, maar dit zijn vooral door individuele initiatieven. In het dagelijks leven verdwijnen dialecten doordat ze niet meer gesproken worden.

Goed voor de taalontwikkeling

De toekomst van het dialect ziet er niet goed uit terwijl inmiddels wel is aangetoond dat het spreken van meerdere talen of dialecten zinvol voor de taalontwikkeling. Volgens onderzoekers zit een dialect de Nederlandse taal niet in de weg. Limburgers weten dankzij hun dialect duidelijker het verschil tussen ‘de’ en ‘het’ en maken nog onderscheid tussen mannelijke en vrouwelijke onzijdige woorden. Iets wat in het Nederlandse niet meer gebeurd. Ook voor het sociale aspect is het handig om het dialect te spreken van de regio waar men woont.

Dialect verliest terrein

Maar ondanks de voordelen lijkt het dialect toch langzaam terrein te verliezen. Of Nederland ooit dialect-vrij zal zijn? Dat misschien niet. Op zijn minst blijft een accent waaraan men kan horen uit welke regio iemand komt bestaan. Maar het van generatie op generatie doorgeven van een dialect zal langzaam verdwijnen.

Lees ook: Limburgs dialect rijk aan betekenis door toonhoogteverschillen. 

(Bron: Scientias)

Geef een reactie

Reactie

    oosterwijck says:

    De randstad wint de strijd met ABN (Haarlems dialect) van de andere streektalen, omdat je afgerekend wordt op gebruik van streektalen in de maatschappij. Alleen als er goed georganiseerde campagne gevoerd wordt voor het gebruik van een bepaalde streektaal, of zelfs een spraakgebrek, wordt dit een succes. Denk hiewrwbij aan het joods spwrwaakgebwrwek (het spwrweken met een W, voor de R en na de R). Dit spwrwaakgebwrwek werd in de dertiger jaren bedacht, om het Amerikaans spwrwaakgebwrwek te imiteren. Amerikaanse joden begonnen met deze taal, om zich te onderscheiden van andere immigranten uit bijv. Oost Europa en Latijns Amerika. Men dacht dat iedereen makkelijker Amerikaans kon leren, als we begonnen met het aanleren van dit spwrwaakgebwrwek. Door de oorlogshandelingen verdween deze gekte een tijdje van de radar in Nederland, maar begin zestigerjaren werd het weer actueel. U kunt zich allemaal nog wel herinneren dat er een kinderkoor populair werd: “Kindewrwen voowrw kindewrwen”, die dit spwrwaakgebwrwek promootte. Nu wordt dit spwrwaakgebwrwek schaamteloos gesproken door, scholieren, die elkaar nabootsen als ware het papegaaien. Thuis spreken de ouders streektaal en zodra ze de school bezoeken, praten die kinderen elkaar na (zelfs de juf heeft deze taal overgenomen) en vergeten hun moerstaal (ook de juf vergeet haar moerstaal).