Chinees lantaarnplantje: Ceropegia woodii
Publicatiedatum: 6 mei 2018
Met zijn bijzondere tere, dunne ranken en grijsgroene, hartvormige blaadjes is het Chinees lantaarnplantje, oftewel de Ceropegia woodii zeer populair in de vorige eeuw. Net als bijvoorbeeld de pannenkoekplant en erwtenplant is ook dit plantje weer helemaal terug van weggeweest.
Standplaats
Het lantaarnplantje krijgt graag veel licht, maar kan het ook langere tijd op een wat donkerdere plek uithouden. Op den duur zal de bladtekening dan wel vervagen en de blaadjes worden uiteindelijk eentonig groen bij te lange tijd te weinig licht. Dat is zonde van de mooie bladtekening. Zet hem op een plek waar zijn stengels ongehinderd naar beneden kunnen hangen in een hoge pot of plaats hem als hangplant in een hangmand. Hij houdt van de warmte in de huiskamer, maar ’s winters mag hij wat koeler staan, maar liever niet koeler dan 10 graden.
Water geven
Het lantaarnplantje is een vetplant en de stengels ontstaan vanuit een wortelknol, die niet te nat mag staan. Geef dus spaarzaam water en laat de kluit tussen de gietbeurten steeds eerst weer wat indrogen. Zomers komt dit neer op zo eens in de week een klein scheutje water geven en ’s winters nog wat minder vaak. In de lente en zomer elke maand plantenvoeding in een lage dosering geven tijdens het gieten.
Snoeien
De stengels van het lantaarnplantje kunnen op den duur flink lang worden en soms worden ze daarbij ook wat kaler. Lelijk geworden stengels kunt u in hun geheel wegknippen en te lange stengels kunt u inkorten tot de gewenste lengte.
Bloeien
Aan het lantaarnplantje verschijnen kleine, grappige bloempjes. Dat is ook meteen waar hij zijn naam aan te danken heeft, want de bloemen hebben wel wat weg van een Chinese lantaarn. In de vrije natuur worden ze bestoven door kleine vliegjes. Met een goede verzorging kan het lantaarnplantje meerdere keren per jaar in bloei komen.
Nog uitgesprokener bloemen verschijnen er aan zijn familielid Ceropegia sandersonii, oftewel het parachuteplantje, dat ook af en toe bij tuincentra te koop is.
Verpotten
U hoeft niet al te vaak verpotten, maar het is wel goed hem zo eens in de 3 jaar van wat nieuwe grond te voorzien. Gebruik daarvoor speciale grond voor cactussen en vetplanten, dan weet u zeker dat de grond niet teveel water vasthoudt, wat voor deze plant funest is.
Stekken
Om de plant te stekken kunt u een stukje van een stengel afknippen en dit in een klein laagje water zetten, zonder dat de blaadjes het water raken. Of het deel op een potje met stekgrond of een mengsel van zand en potgrond leggen. Houd de grond net licht vochtig, dan zal het stengeltje wortels vormen en daarvanuit gaan groeien. Zo kunt u een nieuwe plant opkweken, maar u kunt de stekken ook terug bij de originele plant zetten om die op die manier voller te maken.
Wat ook kan is één of meer knolletjes van de plant knippen, die op den duur vanzelf aan de stengels ontstaan. Leg deze op stekgrond of een mengsel van zand en potgrond en geef af (zeker niet teveel) en toe water.