Liever een waakhond dan een schoothondje
Publicatiedatum: 22 februari 2016
Twintig procent van de Duitsers denkt dat de media structureel leugens verspreiden. Eén op de vijf! Het wantrouwen tegen beroepsjournalisten is niet eerder zo groot geweest. De reden is het bewuste zwijgen van de Duitse media over het geweld in Keulen en andere grote steden tijdens oudjaarsnacht, toen massaal vrouwen werden aangerand door mensen met een Noord-Afrikaans en Arabisch uiterlijk. Pas dagen later kwam dit nieuws naar buiten, kennelijk omdat de media het moeilijk vonden te praten over de afkomst van de mogelijke daders. Ik ga het hier nu niet hebben over het vluchtelingenvraagstuk en de relatie die er al of niet bestaat tussen geweld tegen vrouwen en de toeloop van asielzoekers naar Duitsland. Ik weet wel dat uit politieonderzoek bleek dat de daders vooral uit Marokko en Algerije kwamen en dat er geen (Syrische) vluchteling bij betrokken was. Wat ik nu aan wil kaarten is waarom de televisiezenders bij onze oosterburen zo terughoudend zijn met informatie delen. Daar gaat een gevaarlijke tendens achter schuil, een ontwikkeling die – als we niet oppassen – ook onze media parten gaat spelen. En dan kunnen ook wij onze media niet meer vertrouwen!
Waarom zijn de Duitse media zo overdreven voorzichtig, zo ‘politiek correct’? De journalistiek heeft toch als taak om aandacht te besteden aan maatschappelijke problemen en discussies en niet om die te voorkomen of te verdoezelen? Wolfgang Herles, de gepensioneerde directeur van het Zweites Deutsches Fernsehen (ZDF) – naast de ARD de tweede publieke omroep van Duitsland – heeft daar onlangs tijdens een radio-uitzending een boekje over opengedaan: het is de Duitse regering die de media vertelt wat ze wel en niet moeten brengen! Een schandaal, noemt Herles zelf die invloed van de regering op de programma’s. De media moeten immers volledig onafhankelijk hun werk kunnen doen. Volgens de oud-ZDF-baas krijgen journalisten van bovenaf de opdracht over bepaalde dingen niet te schrijven en over andere dingen juist uit te wijden. De hoofdredacteur van het ZDF zegt bijvoorbeeld rustig tegen zijn medewerkers: “Vrienden, we moeten op een manier berichten die Europa in een goed daglicht zet.”
Het is de regering die de nieuwsagenda bepaalt van de publieke staatsmedia, onthulde Herles. Niet verwonderlijk dus, dat de Duitse burgers de media steeds minder vertrouwen…
Maar ja, dat is Duitsland, zult u zeggen, zo’n scenario kan in ons land nooit gebeuren. Onze media zijn toch onafhankelijk! Nou, dat valt nog maar te bezien… Als het aan staatssecretaris Sander Dekker ligt, krijgt de overheid een hele dikke vinger in de pap in het publieke omroepbestel. Zijn nieuwe Mediawet concentreert namelijk alle macht bij de NPO. Die bepaalt in deze wet het geld, de zendtijd, de inhoud, de presentatoren en misschien zelfs wel wie de gasten zijn. Het is helemaal van de gekke, dat het eigenlijk niet meer dan twee mensen zijn bij de NPO die het straks allemaal voor het zeggen hebben. De raad van bestuur van de NPO bestaat namelijk uit niet meer dan twee mensen en die twee zijn door de politiek benoemd. Eng he? Het moeten te allen tijde de omroepen zijn die de inhoud van de programma’s bepalen, niet de overheid. De journalistieke onafhankelijkheid is in het geding. In onze democratie passen geen Noord-Koreaanse, Poolse en ook geen – zoals we hebben gezien – Duitse toestanden. Op 1 maart behandelt de Eerste Kamer de Mediawet in tweede termijn, nadat er in eerste instantie al heel veel kritische vragen waren gesteld. Een week later zal het definitieve oordeel geveld worden. Er gaan geruchten dat de Mediawet het waarschijnlijk niet gaat redden in de Senaat. Dan zou Dekker zijn huiswerk opnieuw moeten maken en met een nieuw voorstel eerst naar de Tweede Kamer moeten. Ik juich niet te vroeg en wacht liever de stemming af. Laten we hopen dat ook de Eerste Kamerleden op tijd beseffen dat een gezonde democratie gebaat is met kritische media. Media die als waakhond fungeren en niet aan een leibandje van de regering lopen.
Geef een reactie
U moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.
Helemaal mee eens
Ik hoop, meneer Slagter, dat uw actie lukt. Ik ben oud journaliste en heb me vaak geërgerd aan inmenging van overheden op berichtgeving. Ik werkte dan wel voor een plaatselijke krant, maar zelfs daarbij heb ik aan den lijve ondervonden dat wethouders bij plaatselijke berichtgeving inmenging zochten. Mijn berichtgeving werd ooit in een raadsvergadering behandeld, waarbij geconcludeerd werd dat ik weliswaar geen onwaarheden had geschreven, maar dat de toon hen niet aanstond! Het ging daarbij over vierkante meters verkoopruimte in de stad en kijk wat er jaren later van terecht komt! Ik heb wederhoor toegepast en een lijst met vragen naar betreffende wethouder gestuurd op aanraden van mijn redacteur, maar die zijn toen nooit beantwoord. Later vroeg een mede-wethouder nog eens aan me: ´Marjan, zullen we de strijdbijl maar eens begraven?´Waarop ik heb geantwoord: ´Daar moet ik nog eens over nadenken. ´Nu zijn de stadskranten niet meer dan reclame blaadjes geworden. Met name voor het bestuur van de stad geen goede zaak.
Wel moet ik hierbij aangeven dat de journalistiek zich vaak schuldig maakt aan vooronderstellingen. Zelfs in dagblad TROUW, dat ik lees. Hoor en wederhoor worden soms ook niet ,correct toegepast. Bovendien spelen sponsors van krantenconcerns en grote adverteerders steeds meer een rol, vrees ik.
Nogmaals ik duim dat die voorgenomen staatsinvloed bij de Mediawet wordt voorkomen.
In feite is de ellende al begonnen bij de fiscalisering van de omroepbijdragen, omdat – zogenaamd – een groot percentage kijkers (en mogelijk luisteraars) zwart keek (en luisterde). Dat was – zogenaamd – de doodsteek voor de geldstroom naar “de omroep”. Dat percentage was gewoon te verwaarlozen, maar is door de politiek aangegrepen om vat op de uitzendingen te krijgen. Want met de fiscalisering verschafte de overheid zich toegang tot de programmering, en wel rechtstreeks. Draai dicht die geldkraan, en des te inhoudslozer worden de programma’s. Ook de journalistieke. Ik heb zelf bij de Omroep gewerkt (facilitair), de belangstelling voor dit prachtige medium is er nog steeds, maar Radio en TV staan bij mij voor 90% van de tijd… UIT!