Philips: van gloeilamp naar multinational
Glow Eindhoven is een jaarlijks terugkerend lichtfestijn waar de lichtkunst centraal staat in onze eigen lichtstad Eindhoven. Maar wie aan licht denkt in Eindhoven, denkt automatisch aan Philips, eens de grootste gloeilampenfabrikant ter wereld. Philips begint als een familiebedrijf en groeit uit tot een multinational die vele uitvindingen op haar naam heeft staan en voor de meest uiteenlopende innovaties op het gebied van elektronica heeft gezorgd.
Glow is een lichtkunstfestival dat sinds 2006 wordt georganiseerd. Glow is sindsdien uitgegroeid tot één van de best bezochte lichtfestivals ter wereld, met als bindende factor talentontwikkeling voor lichtkunstenaars. De lichtkunstwerken zijn met elkaar verbonden via een looproute van ongeveer 6 kilometer. Van 11 tot en met 18 november 2017 is de lichtkunst in de lichtstad Eindhoven voor de 12e keer te bewonderen. Eindhoven is een logische keuze voor het houden van het lichtkunstfestival Glow: het is het van oorsprong Eindhovense familiebedrijf Philips dat in Nederland het licht heeft aangedaan.
Gloeilamp
Gerard Philips studeert in 1883 af als werkbouwkundig ingenieur. Hij werkt vervolgens in het Schotse Glasgow, waar al in de jaren 80 van de 19e eeuw gloeilampinstallaties zijn voor scheepsverlichting, verlichting in winkels, straten en fabrieken. Hij leest over de werking van de gloeilamp in het vakblad The Electrician en verdiept zich in deze materie. In 1886 begint hij met een avondstudie in elektrisch licht en overbrenging aan het Glasgow College of Science and Arts. Tevens schrijft hij zich in op de Universiteit van Glasgow. Hij ontvangt een zilveren medaille voor het hoogst behaalde cijfer.
Gerard Philips verlaat Schotland en belandt na een paar banen in Amsterdam, om op 31-jarige leeftijd de vertegenwoordiging van het Deutsche Edison Gesellschaft te worden. Hier legt Philips de eigenlijke basis voor wat later het bedrijf Philips zal worden. Hij begrijpt dat zijn kracht niet ligt in het installeren van gloeilampinstallaties, maar eerder in het produceren van gloeilampen zelf. Samen met één van zijn vrienden, de scheikundig technoloog Jan Jacob Reesse, bedenkt hij een eigen methode voor de fabricage van gloeilampen. Vader Frederik Philips, bankier, fungeert als geldschieter.
Philips en Reesse beginnen met experimenten, om tot een betrouwbare kooldraad te komen. In een glazen vacuüm bol wordt door en kooldraad elektriciteit gevoerd. De draad gloeit op en men heeft licht. De eerste draden worden vervaardigd van chemisch gezuiverde watten, die vervolgens worden opgelost in zinkchloride, waarna de cellulosedraad wordt verkoold om het vereiste geleidingsvermogen te krijgen.
Levensduur
Dit is een andere manier dan die van Edison. De Amerikaan maakt gebruik van de kwalitatief wisselende bamboe waarvoor tevens veel arbeid wordt vereist om deze te bewerken. Philips en Reesse proberen een gelijkmatige draad te produceren van de juiste samenstelling, zodat de kwaliteit gegarandeerd blijft bij productie op grote schaal tegen acceptabele productiekosten. Ook dienen de 2 met een werkbare oplossing te komen voor de verdere fabricatie van de gloeilamp zoals de montage van de gloeidraden in de glazen bol.
Een belangrijk punt voor het slagen van de gloeilamp van Philips en Reesse is de levensduur. Hun eerste experimentele gloeilampen branden al heel snel door. Edisons experimentele lamp uit 1879 brandt enkele honderden uren. In de maanden daarop weten ze de levensduur van de gloeilamp te verlengen, hetgeen resulteert in een werkbare en verkoopbare lamp. In die tijd is de concurrentie, vooral uit Duitsland, zeer groot waardoor de prijs van de gloeilamp snel zakt. Reesse stapt uit de onderneming.
Vader Frederik en zoon Gerard Philips richten vervolgens in 1891 Philips & Co op, die kooldraadgloeilampen en andere elektrotechnische artikelen gaat fabriceren. Ze kopen een bedrijfje aan de Emmalaan in Eindhoven. Als Philips in 1907 lampen met metalen gloeidraden gaat produceren, verandert de naam in NV Philips Metaalgloeilampenfabriek om in 1912 alle elektronische activiteiten van het bedrijf onder te brengen in de NV Philips Gloeilampenfabrieken.
Multinational
Vanaf 1895 is Gerards jongere broer Anton werknemer in de fabriek als verkoper. Anton loopt stad en land af om de lampen aan de man te brengen en is daarin heel succesvol. Hij zou Philips later maken tot de onderneming die het is vandaag, namelijk een multinational van wereldformaat. Anton Philips neemt in 1922 het roer over en weet tijdens de Eerste Wereldoorlog handig gebruik te maken van de boycot van Groot-Brittannië, Frankrijk en Rusland tegen Duitsland en daarmee tegen Duitse producten. Hij slaagt er in een groot marktaandeel te veroveren, mede door de voor de productie nodige materialen in eigen huis te fabriceren, zoals glas. Philips maakt in die tijd ook onder meer röntgen- en radiobuizen. Anton Philips is een harde onderhandelaar.
In 1927 brengt Philips haar eerste radio uit, wat in de jaren 30 voor grote naamsbekendheid zorgt. In 1932 zijn er al meer dan 1 miljoen van verkocht. De productie wordt verder uitgebreid met elektronenbuizen, gasontladingslampen en apparaten voor industrieel gebruik.
Tweede Wereldoorlog
Tijdens de Tweede Wereldoorlog blijft het bedrijf Philips operationeel en doet werk voor de Duitse oorlogsindustrie. Een aantal leden van de familie Philips vlucht naar het buitenland. Vestigingen van Philips in de VS en Groot-Brittannië spannen zich juist in voor de geallieerden. Frits Philips, zoon van Anton en later bestuursvoorzitter, weet een deel van de Joodse werknemers voor deportatie te behoeden. De Duitsers arresteren hem en hij krijgt bijna 4 maanden straf in kamp Vught. Veel Joodse werknemers worden echter wel gedeporteerd en vervolgens vermoord. Op 6 december 1942 bombardeert de Britse luchtmacht de Philipsfabrieken om de productie voor de Duitse oorlogsindustrie te frustreren.
Na de Tweede Wereldoorlog groeit het bedrijf gigantisch en werken vele duizenden mensen ter wereld in de Philipsfabrieken. Philips brengt meer en meer producten op de markt met als een van de succesvolste de televisie. In de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw experimenteert Philips al met uitzendingen. Maar het bedrijf produceert ook band- en videorecorders (onder andere het Video 2000-systeem), telecommunicatie en defensiesystemen, apparatuur voor civiele en militaire luchtvaart, computers, farmaceutische producten, medische apparatuur en zelfs apparatuur voor ruimtevaartprogramma’s. Philips staat aan de wieg van de Compact Disc, ontwikkelt in samenwerking met Sony, en de Laserdisc alsmede de cassetterecorder en het cassettebandje.
NatLab
Belangrijke factor voor deze technologisch hoogstandjes en pionierswerk is het Natuurkundig Laboratorium van Philips, het NatLab, wat ook wel de speeltuin voor superslimme geleerden mag worden genoemd. Gerard en Anton Philips richten in 1914 het NatLab op, om zelf uitvindingen te doen en niet afhankelijk te zijn van octrooien van anderen. Het NatLab kent door de decennia heen vele successen op het gebied van fundamenteel onderzoek en commercie.
Bezuinigingen
In de jaren 70 en 80 van de 20e eeuw wordt de Europese en wereldwijde concurrentie groter waardoor de kosten omlaag moeten. Dit gebeurt door de productie te vergroten en die te verhuizen naar landen waar lonen lager zijn. In Eindhoven verschuiven de werkzaamheden van productie naar onderzoek en ontwikkeling. Philips produceert veel verschillende producten en heeft van de meeste producten het hele fabricageproces in handen. Ook de zelfstandigheid van de talrijke buitenlandse Philipsvestigingen maakt het bedrijf moeilijk bestuurbaar. Philips automatiseert, richt zich meer en meer op de primaire hoofdtaken van het bedrijf en verhuist een groot deel van de productie naar lagelonenlanden met ontslagen in Nederland als het gevolg. De familie Philips krijgt steeds minder invloed op het bedrijf Philips. Verregaande bezuinigingsronden volgen om de concurrentie het hoofd te bieden.
In de jaren 90 worden vrijwel alle activiteiten in Eindhoven verplaatst, verzelfstandigd of beëindigd. Eind jaren 90 verplaatst het hoofdkantoor zich van Eindhoven naar Amsterdam. Alleen Philips Lighting en Philips Research blijven in Eindhoven. Ook het Evoluon, jarenlang het technologische internationale visitekaartje van Philips, sluit zijn deuren voor publiek.
PSV
Wat wel in Eindhoven is gebleven, is de Sportvereniging Philips, PSV, dat op 31 augustus 1913 is opgericht voor en door medewerkers van Philips. Belangrijkste exponent van de sportvereniging is zonder twijfel de voetbalclub PSV. Voetballers van internationale naam en faam weten voor de Eindhovenaren menig kampioenschap en beker binnen te halen voor PSV. Het hoogtepunt is natuurlijk de verovering van de Europa Cup I in 1988.
Philips gaat zich richten op consumentenproducten met een bijzonder design (Senseo), licht en gezondheidszorg . In 2009 bereikt de Europese Unie een akkoord voor het verbieden van energie slurpende gloeilampen, hetgeen betekent dat vanaf 2012 de gloeilamp niet meer te verkrijgen is voor algemene doeleinden. Alleen voor speciale toepassingen, zoals in een terrarium, zijn de ouderwetse lampen nog te koop. Philips richt zich daarom op energiezuinige verlichtingstechniek. In 2014 verkoopt Philips haar Lifestyle Entertainement groep, waaronder de audio- en visuele onderdelen.
Lichtstad Eindhoven
Dat wat Philips in naam en faam groot heeft gemaakt, gloeilampen, scheerapparaten, radio’s, televisies en dergelijke, wordt grotendeels niet meer door Philips gemaakt. Het elektronicaconcern heeft in meer dan honderd jaar een belangrijke stempel gedrukt op de(elektronische) vooruitgang in de wereld en Nederland. Tevens heeft Philips van Eindhoven de lichtstad van Nederland gemaakt wat jaarlijks nog tot uiting komt in het lichtkunstfestival Glow.
Meer beelden van vroeger zien? Neem eens een kijkje in het online archief van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid.
(Bron: extralight.info, philips.com, Summa Encyclopedie en Woordenboek, Wikipedia.)
Geef een reactie
U moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.
Prachtig verhaal. Daar heeft de mens iets aan.