Verdrijft restwarmte aardgas als warmtebron?
Publicatiedatum: 27 juni 2017
De restwarmte die olieraffinaderijen in Nederland uitscheiden kan ervoor zorgen dat er op den duur veel minder aardgas gebruikt hoeft te worden om huizen te verwarmen. Dit zegt de Vereniging Nederlandse Petroleum Industrie (VNPI) in een nieuw onderzoek.
Circulair systeem
Uit het onderzoek blijkt dat de restwarmte ervoor kan zorgen dat er zo’n 200.000 tot 300.000 Nederlandse woningen permanent verwarmt kunnen worden door restwarmte die de 5 olieraffinaderijen van Nederland produceren. VNPI-woordvoerder Jan Maarten van der Steen legt uit: “Nu verdwijnt de restwarmte in de lucht of wordt het gekoeld in water, maar het idee is om deze warmte over te brengen naar huizen en bedrijven. Daar daalt de temperatuur voldoende, zodat de raffinaderij het weer kan gebruiken om te koelen.” Het gaat hier om een zogenoemd circulair systeem: van raffinaderij naar huis en dan weer terug naar de raffinaderij. Dit proces stopt nooit, dus in principe hebben 300.000 Nederlanders op een gegeven moment geen cv-ketel meer nodig.
Minder broeikasgassen
Dit betekent dat het gebruik van aardgas teruggedrongen kan worden, waardoor er automatisch ook minder broeikasgassen zoals koolstofmonoxide worden uitgestoten. Kortom: het gebruik van restwarmte is veel beter voor het milieu.
Blij verrast
Volgens het VNPI is het de eerste keer dat zo duidelijk in kaart is gebracht hoe groot het potentiële aanbod van restwarmte is en wat ermee gedaan kan worden. De brancheorganisatie zegt blij verrast te zijn met de uitkomst van het onderzoek. Het is nog onbekend wanneer de eerste huishoudens daadwerkelijk overstappen naar restwarmte.
(Bron: Jan Maarten van der Steen, website VNPI, ANP)
Geef een reactie
U moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.
De VPNI had 55 jaar geleden blij verrast kunnen zijn, met de uitkomst van het onderzoek naar restwarmte. Maar toen waren ze blijer verrast met de winst uit de aardgasopbrengsten, die voor geld in het laatje zorgden bij de olie-industrie en de overheid.