Maak van uw tuin een vijfsterrenrestaurant!

Wie weet gaat het de komende maanden toch nog weer eens winteren. Hierbij wat tips om de vogels de winter door te helpen.

Eigen plek. Elke vogel heeft zijn eigen voorkeursplek om voedsel te zoeken. Mezen, sijsjes en groenlingen zijn gewend hangend (soms ondersteboven), te foerageren, merels en andere lijsterachtigen zoeken bij voorkeur op de grond en heggenmus en winterkoning scharrelen tussen het gewas of op enkele tientallen centimeters hoogte. Met die voorkeuren moet u rekening houden als u de vogels wilt voeren. Door verschillende soorten voedsel op een voedertafel, een grondtafel en in hangende voederapparaten te geven, krijgt u de meeste vogels in de tuin.

Wie komt waar? Hangende voederapparaten trekken onder meer koolmees, pimpelmees, staartmees, grote bonte specht, groenling en sijs. Soms probeert ook -wat stuntelig- de huismus hangend te eten maar echt goed gaat het hem niet af. Echte ‘grondeters’ die u een plezier doet met een voederplek op de grond zijn merel, vink, spreeuw, turkse tortel, grote lijster, zanglijster, heggenmus, groenling en witte kwikstaart. Een voedertafel ‘op niveau’ is bij vele in trek waaronder roodborst, huismus, spreeuw, kauw, boomklever, tortel, pimpelmees, vink en koolmees. Met een constructie van grofmazig gaas kunt u de tafel beveiligen tegen overvallen door katten of andere ‘onverlaten’.

Wat voeren? Vogels zijn verschillend gebekt en dus eten ze ook verschillend voedsel. Merel, zanglijster, koperwiek, kramsvogel en spreeuw doet u een plezier met rozijnen, krenten, geweld brood, (rottend) fruit, bessen en etensresten zonder zout. Vetbollen, pinda’s (ongebrand), kokosnoten, vogelzaden en zonnebloempitten zijn in trek bij mezen. Heggenmus, winterkoning en roodborst eten meelwormen, universeel voer, maden, larven, ongekookte havermout en broodkruimels. Vink, mus en groenling houden van strooizaad, zonnebloempitten, zoutloze etensresten en bruin brood.
Koop voer van goede kwaliteit. Inferieure mengsels en bollen kunnen schimmels, zout of rotte zaden bevatten. Maak de voedertafel geregeld schoon. De vogels poepen er ook op en dat kan tot infecties leiden.

De ideale periode om zelf vetbollen te maken. Hierbij het volgende recept: Gebruik ongeveer één deel frituurvet op één deel zadenmengsel. Dit is geen precisiewerk, de bol moet gewoon lekker gevuld zijn. Gebruik geen kippenvoer, deze zaden zijn te groot en te hard.

• Smelt frituurvet of ongezouten rundvet in een pan. Wacht tot het warm is, maar niet heet.
• Voeg daar al roerend het zadenmengsel aan toe en laat dit mengsel een beetje afkoelen.
• Giet de warme brij in een vorm, bijvoorbeeld een blikje, een melkkarton, een beker of een halve kokosnoot.
• Leg daarin, voordat de brij stolt, een stevige katoenen draad die ruim uitsteekt.
• Wind deze draad eventueel om een dennenappel die u in het mengsel laat zakken, dan zit de draad steviger vast!
• Zodra de massa hard is geworden, kunnen de bollen buiten aan de draad worden opgehangen.

Soms is de vetbol moeilijk uit de vorm los te krijgen. Een melkkarton kan rondom worden afgescheurd. Houdt de beker of het blik even in heet water; de vetbol komt dan gemakkelijk los. De kokosnoot hoeft u niet te verwijderen, hang hem zo op. U kunt het afgekoelde vet (met zaden) ook in stukjes snijden en op een voederplank leggen. Op deze manier kunnen ook de vogels die normaal gesproken niet op een vetbol zitten ervan eten.

Veel plezier!