Duur 05:12
Gepubliceerd op 16 mei 1977

Meer dan 150 jaar Tweede Kamerverkiezingen, deel II

Op 15 maart 2017 gaan we sinds de grondwetwijziging van 1848 voor de 38ste keer naar de stembus voor de nieuwe samenstelling van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Is het kiezen van een nieuw parlement in die tijd een aangelegenheid van mannen met geld en bezittingen, tegenwoordig is het aan iedere Nederlander de keuze om te kiezen. In dit tweede deel het vervolg van de geschiedenis van meer dan anderhalve eeuw verkiezingen.

Nacht van Schmelzer

Na de val van het kabinet na de verkiezingen van ’63 vinden er geen verkiezingen plaats. Onder leiding van de KVP’er Jo Cals wordt een nieuw kabinet gevormd, het kabinet Cals. Tijdens de regeerperiode trouwt prinses Beatrix met de Duitser Claus von Amsberg hetgeen bij veel Nederlanders weerstand oproept. De coalitie denkt na de verkiezingen van 1967 door te kunnen regeren. Dit verandert in 1966 na de zogenaamde Nacht van Schmelzer.

KVP’er Norbert Schmelzer dient een motie in tegen het eigen kabinet over de begroting van 1967. Hij vindt de tekorten te groot. Het kabinet valt. De nacht van Schmelzer is eigenlijk de uiting van een langer onderliggend probleem.

Het directe gevolg is dat een overgangsregering van KVP en ARP aan de macht komt met als premier Jelle Zijlstra. Begin 1967 gaat Nederland naar de stembus en KVP en PvdA verliezen. D66 komt de Kamer in met maar liefst 7 zetels. KVP, ARP, CHU en VVD vormen een nieuw kabinet.

Indirect zijn de gevolgen tot in de jaren 80 merkbaar. Na de Nacht van Schmelzer vindt een steeds openlijkere polarisatie plaats. Allereerst besluit de PvdA niet meer te willen samenwerken met de KVP. Daarnaast vinden linkse partijen dat ze zich meer moeten richten op samenwerking onderling dan met de confessionele partijen. Midden jaren 60 is er in de PvdA een argwaan tegen wat zij noemen regenten binnen de eigen partij, mensen die een tamelijk burgerlijke, vastgeroeste politiek voeren. Het leidt tot Nieuw Links. Aanhangers willen 2 procent van het nationale inkomen schenken aan de derde wereld en de DDR en Noord-Vietnam moet volgens hen worden erkend. Door die nieuwe koers vervreemden links en de rest van de politieke partijen zich en richten rechtse PvdA’ers DS’70 op. De nieuwe linkse koers zorgt wel voor het meest progressieve kabinet uit de Nederlandse geschiedenis, het kabinet Den Uyl.

Het kabinet De Jong zit tot midden 1971 en is het eerste naoorlogse kabinet zonder crisis de rit uitzit. Het regelt democratisering op hogescholen en universiteiten. Vanwege de vraag vanuit de samenleving voor grotere openbaarheid besluit premier De Jong wekelijks op vrijdag een persconferentie te beleggen.

In 1970 wordt de opkomstplicht voor verkiezingen afgeschaft. Bij de verkiezingen van 1971 is de opkomst 85 procent van de stemgerechtigden. De nieuwe partij DS’70 komt met 8 zetels de Kamer binnen. Het eerste kabinet Biesheuvel met daarin de nieuwkomer DS’70 die een voortzetting wil van het kabinet de Jong. Al in juli 1972 komt het tot een breuk over de begroting 1973 en stappen de DS’70 ministers uit het kabinet. Het kabinet Biesheuvel II is een overgangskabinet dat nieuwe verkiezingen uitschrijft en de begroting voor 1973 op orde krijgt.

Bij de verkiezingen van 1972 krijgen KVP en CHU fors verlies te verduren terwijl PvdA en VVD winnen. Na lange en soms moeizame onderhandelingen leidt het tot het kabinet Den Uyl met PvdA, KVP, ARP, PPR en D’66, het meest progressieve kabinet uit de Nederlandse geschiedenis.

Oliecrisis

Vanwege de Nederlandse steun aan de Jom Kipoeroorlog aan Israël kondigen Arabische landen een olieboycot af aan Nederland. Gevolg is economische teruggang en de autoloze zondag. Een andere reden voor de economische teruggang is de hogere prijzen voor producten die tot hogere looneisen leiden. Daarnaast is er de financiële last van de steeds groter wordende verzorgingsstaat.

Ondanks deze economische problemen verhoogt de regering de overheidsuitgaven en de lasten. De baten van het Groningse aardgas zorgen nog voor een positieve balans. De gigantische economische groei van Nederland na de Tweede Wereldoorlog is niet meer. De overheidsfinanciën lopen vanaf 1973 uit de klauwen en het duurt tot 1999 voordat er weer een betalingsoverschot op de balans is.

De campagnes voor de verkiezingen van 1977 gaan op een laag pitje als Molukse jongeren in Drenthe een trein kapen bij De Punt en een lagere school gijzelen in Bovensmilde. De PvdA is de grote winnaar met 10 zetels en DS’70 keldert van 6 naar 1 zetel. KVP, CHU en ARP doen voor het eerst mee onder de gezamenlijke lijst CDA.

Na lange onderhandelingen over een kabinet Den Uyl II, lukt het CDA en VVD een regering te vormen, Van Agt I. Het kabinet moet bezuinigen en doet dat met het plan Bestek ’81, financieel-economische maatregelen die moeten worden uitgevoerd vóór 1981. Centraal is het ontkoppelen van de uitkeringen en ambtenarensalarissen van de lonen in het bedrijfsleven en een grotere vrijheid voor dat bedrijfsleven.

Tweede Oliecrisis

In Iran is de Ayatollah Khomeiny aan de macht gekomen hetgeen een afname van oliewinning van de olieproducerende landen als gevolg heeft. Het zorgt voor een tweede oliecrisis waardoor prijzen stijgen en de regering lonen en uitkeringen verlaagt.

Grote winnaar van de verkiezingen in 1981 is D66 onder aanvoering van Jan Terlouw. De sociaalliberalen gaan van 8 naar 17 zetels. De coalitie CDA-VVD raakt haar meerderheid kwijt. DS’70 en de opvolger van de Boerenpartij verdwijnen uit de Kamer.

CDA, PvdA en D66 vormen kabinet Van Agt II dat slechts 8 maanden regeert. Er ontstaat een conflict over de voorgenomen bezuinigingen en de PvdA-ministers dienen hun ontslag in. Gevolg is het derde kabinet Van Agt dat in 1982 aantreedt en een minderheidskabinet is tussen CDA en D66. Belangrijkste doel van dit kabinet is verkiezingen uitschrijven. Die vinden plaats in september van dat jaar. Winnaar is de VVD. Zoals zo vaak bij deelname aan een kabinet is D66 de grote verliezer bij de daarop volgende verkiezingen: ze gaan van 17 naar 6 zetels.

Het CDA onder aanvoering van Ruud Lubbers vormt een kabinet met de VVD: het kabinet Lubbers I. Het kabinet moet bezuinigen en het regent protesten in het land. Ook de demonstraties tegen de plaatsing van kruisraketten worden massaal bezocht.

Tijdens de verkiezingen van 1986 winnen de PvdA en het CDA fors en verliest de VVD 6 zetels. VVD en CDA vormen opnieuw een regering: kabinet Lubbers II. Onder dit kabinet wordt de Wet op de Studiefinanciering ingevoerd hetgeen tot een enorme puinhoop leidt bij uitvoerder Informatie Beheer Groep. De ene student krijgt veel te veel geld, de andere te weinig.

Reiskostenforfait

Het kabinet wil milieumaatregelen nemen. Het geld hiervoor wil het kabinet halen uit accijnsverhoging van brandstof en het aftoppen van de belastingregeling voor het woon-werkverkeer, het reiskostenforfait. De VVD keert zich tegen de bezuinigingsmaatregel waardoor het kabinet valt.

In 1989 zijn er verkiezingen en de VVD is de grote verliezer. De nieuwe partij GroenLinks komt met 6 zetels de Kamer binnen. CDA en PvdA vormen het kabinet Lubbers III.

In Berlijn valt de Muur en overal in Oost-Europa worden communistische regimes gedwongen af te treden. Dit resulteert in de oorlog in voormalig Joegoslavië en Nederlandse Blauwhelmen gaan naar Srebrenica. In 1991 breekt de eerste Golfoorlog uit en ook daaraan doet Nederland mee. Het kabinet voert het Kwartje van Kok in (25 cent belasting bovenop de benzineprijs) met de belofte dat het een tijdelijke maatregel betreft. Ook neemt het kabinet de maatregel om de euro in te voeren.

In 1994 zijn de grote verliezers bij de verkiezingen het CDA en de PvdA, terwijl D66 en de VVD grote winst boeken. De PvdA, onder leiding van Wim Kok, de VVD en D66 vormen een regering: het eerste paarse kabinet. Het is voor het eerst sinds 1918 dat geen van de confessionele partijen deelnemen aan de regering. De enorme economische groei zorgt voor lastenverlichting voor burgers en bedrijfsleven. De val van Srebrenica en de rol van Dutchbat komt groot in het nieuws door de moord op duizenden moslims. Het kabinet zorgt ervoor dat euthanasie niet meer strafbaar is als een arts aan strenge eisen voldoet.

Winnaars bij de verkiezingen in 1998 zijn PvdA en VVD. Wederom komt deelname aan een kabinet D66 op verlies te staan. Toch gaan de 3 partijen door met regeren onder de naam Kok II. Door de enorme economische groei is het vechten om de verdeling van de miljoenen.

Nacht van Wiegel

Met het zogenaamde correctief referendum, een belangrijk onderdeel van het regeerakkoord, kunnen burgers zich uitspreken over reeds genomen of nog te nemen besluiten van de politiek. Het zou een middel zijn om overheidsbeslissingen tegen te houden. Het voorstel komt door de Tweede Kamer, maar tot woede van D66, altijd voor bestuurlijke vernieuwing en referenda, houdt senator Hans Wiegel (de Nacht van Wiegel) het voorstel tegen in de Eerste Kamer.

De ministers van het kabinet dienen hun ontslag in. Er wordt een lijmpoging gedaan die lukt. In maart wordt een voorstel gedaan voor een correctief raadgevend referendum hetgeen door de Eerste en Tweede Kamer wordt aanvaard.

Als het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie met een rapport komt over de val van Srebrenica en de rol van Dutchbat over de moord op duizenden moslims, neemt het kabinet de politieke verantwoordelijkheid en treedt af. Met nog 29 dagen te gaan besluit het kabinet geen nieuwe vervroegde verkiezingen uit te schrijven.

Pim Fortuyn wordt in februari 2002 ontslagen bij Leefbaar Nederland als hij vindt dat Nederland vol is en dat de islam een achterlijke cultuur is. Hij richt de Lijst Pim Fortuyn op. Veel Nederlanders delen Fortuyns opvattingen over de veranderende samenleving. Op 6 mei 2002 maakt de linkse activist Volkert van der Graaf een einde aan het leven van Pim Fortuyn. Van der Graaf schiet de politicus dood op het mediapark in Hilversum, omdat hij Fortuyn een gevaar vindt voor de Nederlandse samenleving.

Op 15 mei worden de verkiezingen gehouden en die staan volledig in het teken van de moord op Fortuyn. De LPF komt met 26 zetels de Tweede kamer binnen. De PvdA valt terug van 45 naar 23 zetels, de VVD van 38 naar 24. CDA wint en CDA, VVD en de LPF vormen het eerste kabinet Balkenende.

Na de dood van Fortuyn breekt een machtsstrijd uit binnen de LPF en sommige partijleden vechten elkaar de tent uit. De ruzie tussen de ministers Heinzbroek en Bomhof escaleert zodanig dat CDA en VVD de stekker uit het kabinet trekken. De LPF spreekt van opzet dat de regeringspartijen juist op dat moment het vertrouwen in het kabinet opzeggen, omdat de LPF laag in de peilingen staat. Het kabinet valt al na 86 dagen.

In januari 2003 vinden verkiezingen plaats en de LPF daalt naar 8 zetels. De PvdA wint 19 zetels. Grootste partij blijft het CDA. Het kabinet Balkenende II wordt gevormd en D66 vervangt de LPF. Een record aantal vrouwen, 5 in totaal, krijgen een ministerspost.

Ayaan Hirsi Ali

Tijdens de kabinetsperiode vinden in 2004 terroristische aanslagen plaats in Madrid en Londen. In november van dat jaar vermoordt Mohammed Boueyeri de cineast en islamcriticus Theo van Gogh. De discussie omtrent integratie verscherpt enorm. Via een referendum verwerpt Nederland een voorstel voor een Europese Grondwet. Het kabinet roept op tot normen en waarden.

Het kabinet valt uiteindelijk in 2006 als D66 het vertrouwen in minister Verdonk van Vreemdelingenzaken opzegt. Schrijfster en VVD’er Ayaan Hirsi Ali blijkt niet helemaal eerlijk te zijn geweest over haar afkomst tijdens haar naturalisatieprocedure om Nederlandse te worden. Toch verleent Verdonk haar die status en het is voor D66 aanleiding om het vertrouwen op te zeggen. Het kabinet gaat door zonder D66 als minderheidskabinet Balkenende III. Belangrijkste taken zijn de voorbereiding voor nieuwe verkiezingen en afronden van de begroting voor 2007.

Tijdens de verkiezingen in november 2006 komt de SP als grote winnaar uit de bus met 25 zetels. Geert Wilders doet mee onder de naam Lijst Wilders/Partij Voor de Vrijheid. De islamkritische en Eurosceptische partij komt de Kamer binnen met 9 zetels. CDA, PvdA en ChristenUnie vormen het kabinet Balkenende IV. Het kabinet streeft naar grotere sociale samenhang, veiligheid en respect, innovatie, duurzaamheid en een actieve internationale en Europese rol.

Tijdens de regeerperiode breekt in Amerika een financiële- en bankencrisis uit die komt overwaaien naar Europa en komt Griekenland in grote financiële problemen (eurocrisis). Gevolg zijn drastische bezuinigingen en de verhoging van de AOW-leeftijd. Als in februari 2010 het kabinet het niet eens kan worden over de voortzetting van de militaire missie in Uruzgan, treedt het af.

In juni 2010 vinden verkiezingen plaats en grote winnaars zijn VVD en PVV. Het CDA verliest dramatisch en gaat van 41 naar 21 zetels. Het minderheidskabinet Rutte I wordt gevormd door een coalitie van VVD en CDA met gedoogsteun van de PVV. Belangrijkste taken zijn het op orde krijgen van de overheidsfinanciën, het bestrijden van de economische crisis, het verkleinen van de overheid en het beperken van migratie. Het kabinet bereikt in 2011 een overeenkomst voor het sturen van een politiemissie naar Kunduz in Afghanistan.

In 2012 moet het kabinet nog meer bezuinigen en het overleg daarvoor vindt plaats in het Catshuis. De PVV gaat niet akkoord en zegt het gedoogakkoord op. Door de val van het kabinet gaan we in september 2012 wederom naar de stembus.

Rutte II

VVD en PvdA zijn de grote winnaars en PVV de grote verliezer: van 24 naar 15 zetels. VVD en PvdA vormen het kabinet Rutte II. Het kabinet kent in het begin nog grote economische problemen vanwege de financiële crisis en de eurocrisis. Met de jaren begint het beleid vruchten af te werpen en komt Nederland in beter economisch vaarwater. Het kabinet sluit met werkgevers, bonden en milieuorganisatie het energieakkoord om het energieverbruik te verminderen en de energievoorziening te verduurzamen. Vanwege de vele aardbevingen in Groningen besluit het kabinet de aardgaswinning te verminderen. Verder doet Nederland mee aan het bestrijden van Islamitische Staat, gaat er een militaire missie naar Mali en zet het kabinet in op gelijke verdeling van vluchtelingen in Europa en op opvang in de regio.

Aan de verkiezingen voor de Tweede Kamer van 15 maart 2017 doen 28 partijen mee. De huidige Tweede Kamer wordt op 23 maart ontbonden, waarna de nieuwe Kamer aantreedt. Het is voor de 38e keer sinds de grondwetwijziging van 1848 dat Nederland een nieuwe Tweede Kamer der Staten-Generaal kiest.

(Bron: Parlement & Politiek, Jan van Putten: Politieke Stromingen (Aula Pocket), Tweede Kamer der Staten-Generaal, Wikipedia.)

Lees ook deel I van de geschiedenis van meer dan anderhalve eeuw verkiezingen.

Dossier Verkiezingen

In ons dossier Verkiezingen vindt u fragmenten uit Tijd voor MAX en Hallo Nederland en antwoord op vragen als: Wat zijn de belangrijkste thema’s deze verkiezingen? Hoe staan de verschillende partijen daar tegenover? En wie is de mens achter de politicus?

Meer beelden van vroeger zien? Neem eens een kijkje in het online archief van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid.

Geef een reactie

Bekijk ook

Meer