Grote steden blijven in trek
Publicatiedatum: 12 september 2016
Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht krijgen tot 2030 een derde van de totale bevolkingsgroei te verwerken. Dat voorspellen het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In 2030 telt Amsterdam een miljoen inwoners.
De bevolking groeit tussen 2015 en 2030 naar verwachting met 950.000 mensen. Toch is er een aantal onzekerheden die van invloed kunnen zijn op de groei zoals, immigratie, economische ontwikkeling en woningbouw. Daarom zijn voor elke gemeente naast de prognose nog 16 varianten gesimuleerd.
Buurgemeenten
Andere sterk groeiende steden zijn Almere, Haarlem, Haarlemmermeer en Amersfoort. Ook de buurtgemeenten van deze steden profiteren van de groei. In het zuiden van het land trekt de bevolking het meest naar Tilburg, Eindhoven, Den Bosch en Breda. De gemeenten Zwolle, Arnhem, Nijmegen en Ede zijn in het oosten van het land het meest in trek. In het noorden groeien de steden Groningen en Leeuwarden het sterkst.
Krimp
Kleinere gemeenten zien de bevolking afnemen. Daarbij gaat het vooral om de buitengebieden, zoals Drenthe, delen van Groningen en Limburg, de Achterhoek en Zeeuws-Vlaanderen. Verder naar de toekomst groeit de bevolking van Nederland minder hard. Hierdoor krijgen steeds meer kleinere gemeenten te maken met krimp.
Vergrijzing
In de grote steden ligt het aantal 65-plussers beduidend lager dan in de kleinere gemeenten. Dit verschil neemt in de toekomst verder toe. Naar verwachting tellen de grote steden in 2030 gemiddeld 17 procent ouderen, tegenover 26 procent in de kleinere gemeenten. In het begin van deze eeuw was de vergrijzing in zowel grote, middelgrote als kleinere gemeenten nog vrijwel gelijk. Door de continue instroom van jongeren, blijven de steden jong. Kleinere gemeenten hebben juist te maken met een uitstroom van jongeren. Dit is het sterkst merkbaar in de regio’s buiten de Randstad.
(Bron: ANP/CBS)