De Olympische genen van... Marit Bouwmeester

Zo vader, zo dochter: Evert en Carrie ten Napel kennen dit spreekwoord als geen ander. Geldt dit ook voor de Nederlandse atleten op de Olympische en Paralympische Spelen? Aan wie hebben zij hun talent, hun karakter en vooral hun Olympische genen te danken? In aanloop naar Parijs 2024 bezoeken Carrie en Evert de thuisbasis van 7 sporters. In deze aflevering van De Olympische genen van… zijn we in het Friese Grou, bij Jeen en Klaske Bouwmeester. Hoe is hun dochter Marit de topzeilster geworden die ze nu is?

Marit Bouwmeester

Marit Bouwmeester (1988) draait al jarenlang mee in de internationale zeiltop. In 2016 wordt ze olympisch kampioen in de laser radiaal-klasse, tegenwoordig de ILCA 6-klasse genoemd. Met zilver in Londen (2012) en brons in Tokio (2021) is haar olympische collectie compleet. Daarnaast is ze ambassadeur van Spieren voor Spieren en naamgever van het Marit Bouwmeester Centrum, in het Friese Grou. Bekijk hier wanneer Marit in actie komt tijdens de Olympische Spelen van 2024 in Parijs, tijdens haar 4e Olympische Spelen.

“De olympische genen worden alweer doorgegeven aan Jessie Mae”

Heit Jeen en mem Klaske ontvangen Carrie en Evert in het zeilcentrum dat de naam van hun dochter draagt. Marit heeft al olympisch brons, zilver én goud veroverd en bereidt zich voor op haar 4e deelname. Haar 2 jaar oude dochter Jessie Mae mag ook alvast meekijken. “De olympische genen worden alweer doorgegeven. Maar of ze ook echt gaat zeilen…”, lacht Jeen. Dat Marit na haar zwangerschap nog steeds meedraait in de wereldtop van het zeilen, vervult hem met trots. “Ik heb echt onwijs veel respect voor haar, hoe ze dat doet. Ook voor alle vrouwen die een kleine hebben gekregen en zo terugkomen in de sport.”

Het zeilen zit in elk geval in de familie. Want broer Roelof is jarenlang de coach van Marit geweest, totdat ook hij kinderen heeft gekregen. “Ze heeft een blindelings vertrouwen in hem. Marit is 3 jaar jonger, dus ze keek altijd tegen hem op”, aldus Jeen. “Roelof was haar voorbeeld”, vult Klaske aan. Maar broer en zus sparen elkaar niet. “Ik weet nog dat ze een keer tegen mij zei: als Roelof niet brengt wat ik van hem verwacht, dan schop ik hem eruit”, vertelt Jeen.

“We hebben een groot huis afgehuurd en iedereen gaat mee”

Parijs 2024 moet voor Marit, inmiddels 36 jaar oud, de kroon op het werk worden. Ze heeft alle 3 de kleuren al, zilver in Londen (2012), goud in Rio de Janeiro (2016) en brons in Tokio (2021). Maar een allerlaatste medaille, met Jessie Mae op haar arm, dat is nu het doel. De wedstrijden vinden plaats in Marseille en de hele familie zal erbij zijn, inclusief de jongste generatie Bouwmeesters.

“We hebben een groot huis afgehuurd en iedereen gaat mee”, vertelt Jeen. Als Marit zich moet focussen op haar wedstrijden en even geen afleiding kan gebruiken, dan zal de familie haar niet lastigvallen. Maar ze zal Jeen en Klaske altijd dankbaar zijn, laat ze weten in een videoboodschap aan haar ouders. “Het is ook echt geweldig om mijn ouders nu te zien in de rol van pake en beppe. Zo ontiegelijk veel liefde en ook heel veel geduld, daar kan ik ook nog wel eens wat van leren. Ik ga voor goud, maar met mijn eigen gezinnetje en mijn eigen familie heb ik al goud te pakken.”

Het moge duidelijk zijn, ‘goud’ is voor Marit nog veel meer dan die ene medaille die in Marseille voor het oprapen ligt. “Maar ze wil die andere er héél graag bij hebben”, lacht haar vader. In 2016 hebben we voor De Olympische genen van… overigens al met Klaske Bouwmeester gesproken.