Waarom knippen voetballers gaten in hun kousen?
Publicatiedatum: 22 juni 2024
Is het u al opgevallen tijdens het EK voetbal? Een wisselspeler maakt zich klaar om in te vallen en we zien hem klaarstaan bij de middenlijn, op de rug gezien. Of we zien een speler wegrennen nadat hij heeft gescoord. En de achterkant van zijn voetbalkousen blijkt dan vol met gaten te zitten… Dat heeft niets met de kwaliteit van de sokken te maken, want topvoetballers doen dit met een reden.
De kousen van Jude Bellingham en Kyle Walker
Vooral de spelers met bovengemiddeld sterke kuiten zweren bij de opengeknipte voetbalsokken. Kijk op bovenstaande foto maar naar Jude Bellingham, de nummer 10 van de Engelse nationale ploeg. Links in beeld staat landgenoot en trendsetter Kyle Walker, die al jarenlang met gaten in zijn sokken speelt. Waarom hij dat doet, heeft hij in 2021 al eens uitgelegd. ”Mijn sokken zaten eigenlijk te strak en er ontstond te veel druk op mijn kuiten”, aldus Walker, geciteerd door de BBC. “Ik wilde mijn kuiten ‘bevrijden’, de spanning eraf halen.”
Minder krampaanvallen door kousen met gaten?
De opengeknipte kousen zorgen voor een betere doorbloeding in de benen en een kleinere kans op krampaanvallen in de kuiten, is de gedachte hierachter. Bovendien dragen voetballers in de absolute top elke wedstrijd een nieuw paar van dit soort kousen, die dan ook net zo strak om de kuit blijven zitten. Bellingham, Walker en andere topspelers willen dit dus voorkomen. En als ze de kousen toch maar 1 keer dragen, kunnen er net zo goed een paar gaten in knippen…
Of het ook daadwerkelijk zin heeft, is weer een tweede. Wetenschappelijk bewijs is er in elk geval nog niet. Volgens fysiotherapeuten en andere deskundigen geven de opengeknipte kousen juist minder steun aan de kuiten. Het heeft meer zin om compressiekousen (ook geschikt voor wandelaars) te dragen of om het elastiek van de sokken losser te maken, denken de experts.
Voetballers en bijgeloof: het kauwgompje van Cruijff
Maar Walker heeft nog een goede reden om al jarenlang met gaten in zijn sokken te blijven spelen. “Ik begon ermee en daarna heb ik een paar goede wedstrijden gespeeld. Dus toen dacht ik: oké, ik ga ermee door.” De toegevoegde waarde zit hem dus in het idee dat de speler er beter van gaat spelen. Als hij denkt dat het werkt, dan werkt het ook.
Sowieso zijn voetballers niet vies van een potje bijgeloof, zeker de beste speler die Nederland ooit gekend heeft. Johan Cruijff is altijd het veld opgekomen met een stuk kauwgom in zijn mond, dat hij vervolgens uitspuugt en naar de helft van de tegenstander schopt. In 1969 speelt hij met Ajax de Europacup I-finale tegen AC Milan en vergeet hij dit vaste ritueel. Toeval of niet, de Amsterdammers verliezen prompt met 4-1. Dat Cruijff is vergroeid met zijn iconische rugnummer 14, is ook een kwestie van bijgeloof. Want hij heeft als Ajax-speler bij toeval het shirt met nummer 14 aangetrokken, speelt er een goede wedstrijd mee en is vervolgens jarenlang dit nummer blijven dragen. Stel dat Engeland in 2024 de EK-finale haalt, reken dus maar dat Bellingham gewoon weer de schaar in zijn sokken zet.
(Bron: Libelle, Algemeen Dagblad, Editie NL, BBC The Indian Express, Men’s Health, Het Parool. Foto: Ozan Koze/AFP)