Pissaladière (Frans uientaartje) van Robèrt van Beckhoven
Publicatiedatum: 21 mei 2024
Dit gerecht is eigenlijk een soort pizza, waarbij zoet en zout met elkaar gemengd worden. Het zoete van de gekaramelliseerde uien en het zoute van de ansjovis en olijven. Pissaladière is een streekgerecht uit de omgeving van Nice. Het wordt meestal gegeten als voorgerecht.
Ingrediënten, voor 2 stuks
Voor het deeg:
- Kant-en-klaar pizzadeeg of hartige taart (of gebruik dit recept om zelf pizzadeeg te maken)
Voor de afwerking:
- 25 gram boter
- 2 grote uien, in halve ringen gesneden
- 3 romatomaten, in stukken gesneden
- 2 eetlepels verse tijmblaadjes
- 200 gram gemarineerde ansjovisjes
- 100 gram gemixte olijven
- 125 gram cherrytomaatjes, gehalveerd
- Olijfolie om te besprenkelen
Extra nodig:
- Steelpan met dikke bodem
- Hittebestendige spatel
- Pizzasteen
Bereiding pissaladière
Wanneer u zelf pizzadeeg maakt, volg dan eerst dit recept. Ga vervolgens verder met onderstaande stappen. Gebruikt u kant-en-klaar deeg? Dan kunt u meteen hieronder beginnen.
Begin met het maken van de saus. Smelt hiervoor de boter in een steelpan met dikke bodem en zweet hier de uien in aan zonder ze te kleuren. Voeg de tomatenstukjes en 1 eetlepel van de verse tijmblaadjes toe en laat het geheel gaar pruttelen op laag vuur tot de tomatenstukjes volledig uit elkaar vallen. Breng dit mengsel op maak met peper en zout en laat afkoelen.
Verwarm de oven voor op 230 graden.
Bestrooi het deeg royaal met rijstemeel en verdeel het deeg in 2 gelijke stukken en druk het voorzichtig met je handen tot een grote dunne vierkante plak. Besmeer het deeg voorzichtig met de uiensaus en smeer uit in een egale laag, maar zorg dat je ongeveer 1 centimeter van de randen wegblijft. Beleg dit sierlijk met ansjovisfilets, olijven en cherrytomaatjes. Besprenkel lichtjes met olijfolie voor het bakken.
Bak de pissaladières in ongeveer 6 tot 8 minuten gaar op de pizzasteen. Neem uit de oven en bestrooi vlak voor het serveren nog met de overige tijmblaadjes.
Kijk voor meer recepten van Tijd voor MAX op onze receptenpagina.
(Bron en foto: Robèrt van Beckhoven)