Rotterdamse metro

De opening van de Rotterdamse metro door prinses Beatrix en prins Claus in 1968

Op 9 februari 1968, in 2023 55 jaar geleden, openen prinses Beatrix en prins Claus in Rotterdam het 1e metrotraject van Nederland. Met een lengte van 5.9 kilometer is het traject van de Rotterdamse metro waarschijnlijk het kortste ter wereld. Sindsdien is het metronetwerk flink uitgebreid.

Eerdere metrolijnen

De 1e stad ter wereld met een metrotraject is Londen. Op 10 januari 1863 wordt daar de ondergrondse spoorlijn geopend. Een paar jaar daarvoor wordt het idee voor een metro door de Londenaren nog belachelijk gemaakt. Er wordt zelfs gesproken van een “weg naar de hel”. De mensen twijfelen aan de haalbaarheid van een spoorweg onder de stad.

Maar Londen kampt in die tijd met gigantische verkeersopstoppingen. De Britse advocaat en politicus Charles Pearson komt met het idee om een ondergrondse spoorlijn aan te leggen. Om aan de dagelijkse verkeerschaos een einde te maken, worden de plannen van Pearson in 1854 voor de bouw van ‘The Metropolitan Railway’ goedgekeurd. De naam metro is hiervan afgeleid. De 1e metro’s zijn stoomtreinen. Vanaf 1890 worden in Londen ook elektrische metro’s in gezet.

Na Londen bouwen ook andere steden een ondergronds spoortraject, om aan de verkeersopstoppingen een eind te maken. In 1875 rijdt de 1e metro in Istanbul, in 1896 gevolgd door Glasgow en Budapest en door Parijs in 1900. Vanaf 1902 kunnen Berlijners gebruik maken van de U-Bahn en New Yorkers stappen vanaf 1904 in de Subway. Tegenwoordig bevindt zich in meer dan 160 steden in 55 landen een metronetwerk.

Verslechterde bereikbaarheid binnensteden

In de Nederlandse steden is lange tijd geen behoefte aan een ondergrondse spoorlijn. Er zijn uitgebreide tramnetwerken in de grote steden en er is een goede bereikbaarheid. Ook zijn onze steden vaak kleiner dan die in het buitenland. In de jaren 50 groeien onze steden echter en is de auto in opkomst, waardoor de bereikbaarheid van de binnensteden verslechtert. Er wordt naar oplossingen gezocht.

De Dienst voor Stadsontwikkeling in Rotterdam komt in 1954 met het idee om een nieuwe tunnel onder de Maas aan te leggen, voor het toekomstige tramverkeer tussen de linker en de rechter Maasoever. Naarmate de plannen verder worden uitgewerkt, wordt de tunnel echter langer en duurder. Een studiecommissie van de RET, het Rotterdamse openbaar vervoerbedrijf, en de Dienst Gemeentewerken, het ingenieursbureau van de gemeente Rotterdam, reist naar de Verenigde Staten en Canada om een paar metrobedrijven te bekijken.

Voordelen van een metro

De voordelen van een ondergrondse metro: meer capaciteit dan vervoer met de tram en minder vertraging. De kosten komen wel een stuk hoger uit. Een korte tramtunnel wordt geraamd op zo’n 35 miljoen gulden, terwijl met de aanleg van de metro 134 miljoen gulden is gemoeid. Door voor het traject naar Rotterdam-Zuid voor een viaduct te kiezen, worden de kosten teruggebracht naar zo’n 98 miljoen gulden. Er wordt gekozen voor de metro. Uiteindelijk zal de aanleg van de Rotterdamse metro meer dan 250 miljoen gulden kosten. Dit komt voornamelijk door de loon- en prijsstijgingen in de jaren 60. De aanleg loopt vertraging op, want het is de bedoeling om al in 1965 te gaan rijden.

Begin 1959 wordt het plan ingediend. Op 14 mei van dat jaar beslist de gemeenteraad over de bouw van de Rotterdamse metro. Met slechts 1 tegenstem aanvaardt de raad het plan. Voor die bouw hoeven bijna geen huizen worden gesloopt.

Noord/Zuidlijn
Lees ook: De lijdensweg van de Amsterdamse Noord/Zuidlijn

De bouw van de Rotterdamse metro

Er is kritiek vanwege het feit dat reizigers vaker moeten overstappen, omdat tramlijnen en veel buslijnen over de rivier zullen verdwijnen. In plaats daarvan gaan veel buslijnen naar station Zuidplein rijden. Ondanks die kritiek gaat in 1960 de 1e schop de grond in. Het centrum van Rotterdam zal ongeveer 7 jaar lang veranderen in een bouwput. In Rotterdam-Zuid is de ingreep minder groot, want daar wordt, zoals gezegd, een bovengronds viaduct aangelegd.

De Noord-Zuidlijn, zoals het 1e metrotraject in Rotterdam is gaan heten, is met zijn 5.9 kilometer lengte en 7 stations waarschijnlijk de kortste metrolijn van de wereld. De lijn loopt van het Centraal Station naar station Zuidplein op de linker Maasoever.

Vanwege de zachte veenbodem is gekozen voor de zogenaamde gezonken tunnelbouw en niet voor boren. Deze methode is 20 jaar eerder al gebruikt voor de aanleg van de Maastunnel. Op het Weena en op de Coolsingel wordt een kanaal gegraven waarin betonnen caissons worden afgezonken. Deze caissons worden gebouwd in een bouwdok aan het nog onbebouwde Weena. Aan de Blaak bevindt zich een 2e bouwdok. Voor de langere tunnelstukken is een bouwdok op Brienenoord gebouwd. Sleepboten vervoeren de caissons naar de plaats van bestemming.

Accepteer de cookies om dit element te weergeven.

1e proefritten met de Rotterdamse metro

De firma Werkspoor in Utrecht bouwt 27 metrostellen voor de Rotterdamse metro. De RET wil eigenlijk beschikken over 32 treinstellen, maar vanwege de oplopende kosten moet er worden bezuinigd. De NS vervoert de rijtuigen via het spoor van Utrecht naar Rotterdam. In 1966 levert Werkspoor de 1e metrostellen, die tijdelijk worden geparkeerd bij de remise aan de Hilledijk.

Terwijl de bouw nog gaande is, worden vanaf begin 1967 de 1e proefritten gemaakt op de bovengrondse gedeelten die al gereed zijn. De metro rijdt 80 kilometer per uur en heeft een maximale lengte van 116 meter. Er kunnen 1.160 passagiers per metro worden vervoerd. De Rotterdamse metro heeft een eigen tarief- en kaartsysteem met draaihekken, die reageren op vervoersbewijzen met een strip ijzervijzel.

De opening van de Rotterdamse metro

Begin 1968 is de Rotterdamse metro klaar voor gebruik. Op 9 februari 1968 verrichten prinses Beatrix en prins Claus in het bijzijn van de Rotterdamse burgemeester Wim Thomassen en RET-directeur Cornelis van Leeuwen de opening.

Rotterdamse metro

Het Prinselijk Paar tijdens 1e officiële rit met de Rotterdamse metro.

Ze rijden van het Centraal Station naar het eindpunt Zuidplein. Daar aangekomen, wordt de opening gevierd met muziek van de RET Harmonie. Ook is er een kermis. Iedere Rotterdammer krijgt gratis een kaartje om het nieuwe vervoermiddel uit te proberen.

Accepteer de cookies om dit element te weergeven.

Op de 1e normale werkdag maken ongeveer 110.000 reizigers gebruik van de metro. Na 1 week hebben al meer dan 1 miljoen mensen met de nieuwe metro gereisd. Veel mensen moeten vaker overstappen, maar toch neemt het vervoer toe. In 1969 heeft de RET 15 procent meer reizigers die de Maas oversteken dan in 1968. In de spits is die toename zelfs meer dan 25 procent. De ochtendspits wordt korter, maar wel drukker, omdat de metro veel betrouwbaarder is dan de tram, waardoor mensen later van huis gaan.

Rotterdamse metro

Oost-Westlijn

In 1970 wordt de Noord-Zuidlijn verlengd tot aan station Slinge. 4 jaar later wordt de lijn in zuidelijke richting verlengd van station Slinge naar Rhoon, Poortugaal en Hoogvliet. De lijn is ten opzichte van 1968 2 maal zo lang geworden. Het voorlopige eindpunt is station Zalmplaat. Zo’n 14 jaar na de Noord-Zuidlijn, wordt in 1982 de Oost-Westlijn geopend. Het traject gaat van station Coolhaven naar station Capelsebrug. In tegenstelling tot de Noord-Zuidlijn moet er op verschillende plekken wel worden gesloopt. Zo wordt het Maritiem Museum Prins Hendrik gesloopt voor de aanleg van station Dijkzicht. Ook een deel van de Oudedijk en de Voorschoterlaan moeten eraan geloven.

Begin jaren 80 breken er felle discussies uit tussen bewoners en de gemeenteraad over de uitbreiding naar het Binnenhof. Ze bereiken een compromis waar niemand echt tevreden mee is. Wel zorgt de nieuwe lijn ervoor dat de bewoners een rechtstreekse verbinding met de binnenstad krijgen. In 1984 gaat de lijn tussen Coolhaven en de Tochten van start en 2 later is de Oost-Westlijn verlengd tot het Marconiplein.

Accepteer de cookies om dit element te weergeven.

RandstadRail en Hoekse Lijn

Door een 1.600 meter lange tunnel onder de Oude Maas aan te leggen, wordt de Noord-Zuidlijn in 1985 opnieuw verlengd. Station De Akkes in Spijkenisse wordt het nieuwe eindpunt. De Oost-Westlijn krijgt in 1994 een nieuwe vertakking, die loopt naar station De Terp in Capelle aan den IJssel. In 2000 krijgt Spijkenisse een 2e aansluiting op het metronet richting Schiedam.

In 2010 is de aanleg van RandstadRail gereed. Het is een lightrailverbinding tussen Rotterdam, Den Haag en Zoetermeer. Lightrail is een tussenvorm van tram, trein en metro: de voertuigen kunnen zowel op het treinspoor als op het metro- of tramnet rijden.

In 1997 wordt de naam Noord-Zuidlijn veranderd in Erasmuslijn. In 2010 wordt deze naam afgeschaft en verandert het traject in de lijnen D en E. Ook de Oost-Westlijn krijgt in 1997 een andere naam: de Calandlijn. In 2010 wordt deze naam afgeschaft en verandert dat traject in de lijnen A, B en C.

De Hoekse Lijn is omgebouwd van een treinspoor naar een metrolijn. De lijn sluit in Schiedam Centrum direct aan op het metronet. De Hoekse Lijn tot aan het tijdelijke metrostation Hoek van Holland Haven is in oktober 2019 in gebruik genomen als onderdeel van metrolijn B.

Hoekse Lijn

Opening van de Hoekse Lijn.

Het laatste stuk van de lijn, de metroverbinding tussen Hoek van Holland Haven en het strand van de Zuid-Hollandse kustplaats is gepland om in 2022 te gaan rijden, maar dat is niet gehaald. Wanneer dat laatste stuk in gebruik wordt genomen, is op het moment van schrijven nog niet bekend.

(Bron: NPOKennis.nl, Wederopbouwrotterdam.nl, RET.nl, NOS.nl, 50jaarmetro.nl, Treinreiziger.nl-Maurits van den Toorn, Wikipedia. Foto’s: ANP)

Geef een reactie