Reinier Paping wint de legendarische Elfstedentocht van 1963
Publicatiedatum: 17 januari 2023
Op 18 januari 1963, in 2023 60 jaar geleden, wint Reinier Paping op heroïsche wijze de zwaarste Friese Elfstedentocht ooit. De man uit Ommen rijdt tijdens de Tocht der Tochten zo’n 100 kilometer solo in de barre kou. De dan onbekende Paping is, na zijn overwinning van de zwaarste sportwedstrijd uit de Nederlandse geschiedenis, legendarisch geworden in Nederland.
Reinier Paping heeft voor zijn overwinning in 1963 weinig aansprekende resultaten behaald. Hij doet 5 maal mee aan het Nederlands Kampioenschap allround en behaalt in 1955 de 4e plaats. In datzelfde jaar eindigt hij als 30e bij de Europese Kampioenschappen. Eind 1962 rijdt hij zijn 1e schaatstocht, de Ronde van Spannenburg, een wedstrijd over 60 kilometer. Daarin wordt hij 2e, achter de Fries Jeen van den Berg, de winnaar van de Elfstedentocht van 1954.
Begin 1963 vriest het in Nederland, waardoor de Elfstedenkoorts weer in ons land is. Op 15 januari kondigt de Koninklijke Vereniging De Friesche Elf Steden aan dat de 12e Elfstedentocht op 18 januari wordt verreden. Om 5.30 uur verzamelen de rijders zich bij de start. Het vriest dan zo’n 16 graden. Een af en toe harde wind zorgt voor een lage gevoelstemperatuur. Er ligt veel sneeuw in Friesland en ook veel stuifsneeuw. Het ijs is moeilijk begaanbaar: er zitten scheuren en hobbels in.
De start
De start van deze Elfstedentocht vindt plaats in Posthuma’s Spuitinrichting in Leeuwarden. Na de start om 5.30 uur rennen de rijders naar het Van Harinxmakanaal om de schaatsen onder te binden. Daar staan veel mensen die de rijders aanmoedigen. Om iets na 5.30 gaan de 1e schaatsers de duisternis in om te rijden richting Sneek. De afstand is 23 kilometer en in het donker vinden de 1e valpartijen plaats op het slechte ijs. Hierdoor moeten al veel schaatsers de wedstrijd voor Sneek staken, mede vanwege bevriezingsverschijnselen. Boeren met trekkers schijnen hun verlichting op het ijs in de rijrichting.
Bij de controlepost Sloten aangekomen, heeft zich een kopgroep gevormd van zo’n 20 rijders, onder wie Jeen van den Berg, Jan Uitham en zijn broer Max en Reinier Paping. Het tempo is, vanwege de slechte omstandigheden, laag. Met de wind mee gaat het nog wel, maar vanaf Stavoren hebben de rijders tegenwind en is het zwoegen om vooruit te komen.
Paping ligt voorop
Paping rijdt op weg naar Workum geregeld op kop en slaat soms een gat, maar wordt door andere rijders weer ingehaald. Na het stempelen om 9.45 uur gaat het richting Bolsward. Paping gaat er weer vandoor en weet de kopgroep uit elkaar te trekken waardoor een kleine kopgroep overblijft. Het zijn Reinier Paping, Jeen van den Berg, Anton Verhoeven en Jan Uitham. Tussen Workum en Bolsward weet Paping een gat te slaan tussen hem en de andere koplopers. Paping in het programma Andere Tijden Sport: “Ik keek een keer achterom en ik moest lachen. Reinier Paping ligt voorop tijdens de Elfstedentocht!”
Van den Berg, Uitham en Verhoeven proberen Paping in te halen. Achter Paping zitten groepjes rijders van zo’n 3 of 4 man, want het veld is uit elkaar getrokken. Paping laat zich terugzakken, omdat hij bij Bolsward pas op de helft is. Paping: ”Als ik toen was doorgegaan, had ik daar al afscheid kunnen nemen van de andere jongens.”
Sanitaire stop
Om 10.30 komt de kopgroep aan bij de controlepost Bolsward. Tientallen wedstrijdrijders en honderden toerrijders zijn dan al vanwege de zware omstandigheden gestopt. Tussen Bolsward en Harlingen rijden de 4 koplopers om de beurt op kop. Paping voelt zich goed maar moet een sanitaire stop maken. De afspraak is dat daar geen misbruik van wordt gemaakt en de andere 3 rijden volgens Van den Berg rustig door. Van den Berg: “We rijden heel rustig door, we konden niet stoppen, het was zo zwaar, je moet in beweging blijven.” Paping: “Er werd niet gewacht. Toen werd ik kwaad omdat die jongens het tempo niet verlaagden.”
Ze hebben nog zo’n 100 kilometer voor de boeg als Paping de kop overneemt, versnelt en er alleen vandoor gaat. Als de voorsprong ongeveer 100 meter is, gaat Uitham erachteraan. Paping kijkt achterom en ziet zijn achtervolgers kleiner worden.
“Grootste blunder van de vorige eeuw”
Uitham laat zich terugzakken naar Verhoeven en Van den Berg en noemt dit “de grootste blunder van de vorige eeuw”. Uitham: “Ik dacht nog 100 kilometer, Paping er alleen vandoor, het begon steeds harder te waaien en de sneeuw begon te stuiven.” Hij heeft er een hard hoofd in dat Paping die laatste 100 kilometer alleen kan volbrengen. Ook Jeen van den Berg gelooft niet in het slagen van de lange solovlucht van Paping. Van den Berg: “Laat hem. Het is nog te ver. We pakken hem wel weer.” Uitham: “Ik luisterde naar hem. Dat was mijn grootste fout tijdens deze tocht.”
Met zo’n 1,5 minuut voorsprong op Van den Berg, Uitham en Verhoeven komt Paping aan in Witmarsum. Hij rijdt de meest memorabele solotocht uit de geschiedenis van de Elfstedentocht. Aangekomen bij Harlingen heeft hij een voorsprong van 3 minuten op zijn achtervolgers.
Zwaarste gedeelte van de tocht en doping
Na het stempelen begint hij aan het zwaarste gedeelte van de tocht, pal tegen de oostenwind in. Na Harlingen weet Paping de voorsprong te vergroten. Van den Berg zit stuk, valt en moet Verhoeven en Uitham voor laten gaan. Albert Weijs weet bij Van den Berg te komen en passeert hem. Van den Berg weet zich te herstellen en voegt zich weer bij Uitham en Verhoeven. Om 11.55 uur stempelt Paping bij Franeker. Hij hoort dat hij een voorsprong heeft van 9 minuten. Het begint bij Paping te dagen dat hij wellicht de Elfstedentocht gaat winnen.
Verhoeven valt geregeld, waardoor Uitham voorstelt aan Van den Berg om samen verder te rijden, hetgeen gebeurt. Volgens Van den Berg heeft Verhoeven doping gebruikt. Hij heeft een handel in fietsen en komt volgens Van den Berg zo in contact met Belgische wielrenners die doping gebruiken. Van den Berg: “Hij was één van de eersten waarvan ik eigenlijk zeker weet dat hij dus van die spullen gebruikte. Toen zegt hij tegen mij: ‘Jeen, wij zitten beiden kapot, en ik heb hier spul waar je sterk van wordt’. Nou, dat hoefde ik niet, maar ik denk dat hij dat wel heeft gebruikt.”
Paping leeft in een roes
De laatste 60 kilometer leeft Paping naar eigen zeggen in een roes, omdat de winst door zijn hoofd spookt. Bij Berlikum is zijn voorsprong opgelopen tot 12 minuten. Zijn achtervolgers worden daardoor ongerust: in plaats van tijd goed te maken, lopen ze juist meer achterstand op. Paping heeft de vorm van zijn leven en gaat maar door. Van den Berg en Uitham verhogen het tempo.
Voor Bartlehiem krijgt Paping een inzinking. Hij heeft het zwaar, maar denkt niet aan opgeven. De achtervolgers weten de achterstand terug te brengen naar 8 minuten. Na Bartlehiem rijdt Paping richting Dokkum. Om 15.13 uur komt hij daar aan en is zijn voorsprong weer opgelopen tot 12 minuten. Hij rust wat uit bij de controlepost en krijgt brood te eten. Omstanders praten met hem, maar Paping weet niet veel uit te brengen.
Paping rust even uit
De achtervolgers komen Paping tegen als zij op weg zijn naar Dokkum en Paping op weg is naar de volgende controlepost. Hij zwaait naar zijn achtervolgers. Bij Van den Berg begint het te dagen dat Paping niet meer is in te halen en de achtervolgers doen daar geen poging meer toe. Bij een klein plaatsje staat een man met een lange jas. Paping vraagt hem om even op de jas te mogen liggen. Hij ligt daarop met zijn benen in de lucht op de jas in de sneeuw en is even van het ijs af om bij te komen. Na een minuut te hebben uitgerust, gaat hij verder.
Paping vergroot zijn voorsprong en Van den Berg en Uitham moeten hun 2e en 3e plaats verdedigen tegen Albert Weijs die 4e ligt. Op het stuk tussen Bartlehiem en Oudkerk valt nauwelijks te schaatsen en de stuifsneeuw maakt het nog zwaarder. Van den Berg krijgt last van sneeuwblindheid. Op een onbegaanbaar stuk trekt Paping zijn schaatsen uit en vervangt ze door “slofjes”. Hij vindt het heerlijk om even een stukje te kunnen lopen. Ook de achtervolgers ploeteren door de sneeuw, hetgeen door Uitham wordt vergeleken met lopen door de branding.
“Laat mij hier maar sterven”
Het laatste deel van de wedstrijd is aangebroken en Paping vraagt zich af of er nooit een eind aan komt. Van den Berg rijdt tegen een brug aan en zegt in het Fries dat hij niet meer verder kan. Hij zou hebben gezegd: “Laat mij hier maar sterven.” Uitham wordt op de hoogte gebracht van de valpartij van Van den Berg en gaat terug om hem te helpen. Een ongekende sportieve daad.
Paping ziet plotseling een grote mensenmassa. Hij rijdt door een soort erehaag naar de finish en vraagt aan het publiek waar de eindstreep is. Dan gaan zijn handen omhoog en schaatst hij over de finish. Hij belandt in de armen van zijn vrouw Joke die tegen hem zegt: “Laat je maar gaan, laat je maar gaan.” Reinier Paping wint de 12e Elfstedentocht in een tijd van 11 uur en 59 minuten. Hij heeft meer dan 21 minuten voorsprong op Jan Uitham, die 2e wordt, gevolgd door Jeen van den Berg. Paping ontdooit in een EHBO-tent waar prinses Beatrix en koningin Juliana hem feliciteren. Beatrix: “Oh, mijnheer Paping, ik heb zo’n bewondering voor u.” Van de 9294 toerrijders halen 69 de finish en van de 568 wedstrijdrijders komen er maar 57 op tijd binnen.
De legendarische Reinier Paping
Maar Paping wordt niet direct als winnaar uitgeroepen. Hij zou zich hebben laten voortrekken door recreanten hetgeen ‘zuigen’ wordt genoemd. Hij kan hiervoor worden gediskwalificeerd. Paping geeft toe dat hij enkele honderden meters achter 2 jongens heeft geschaatst maar weet niet dat dat niet mag. Uitham zegt dat als hij als winnaar zou zijn uitgeroepen, hij daar “geen plezier van had gehad. Het was niet echt. Voor mijn gevoel is er maar 1 winnaar en dat is Reinier Paping”. Paping wordt door het bestuur alsnog uitgeroepen tot winnaar.
Paping houdt er, naast eeuwige roem in Nederland, 2 jaarkaarten aan over voor de ijsbaan in Deventer en een zilveren sigarettendoos. Op een vraag wat hij die ochtend heeft gegeten, antwoordt hij: “Och, wat lichte kost. Een bord Brinta.” Dat levert hem een reclamecontract op van Brinta en hij krijgt hiervoor 500 gulden, een aansteker en een föhn voor zijn vrouw. Paping opent later een sportzaak in Zwolle.
Reinier Paping wint de zwaarste sportwedstrijd uit de Nederlandse geschiedenis. In 2000 wordt hij door de kijkers van Studio Sport uitgeroepen tot de individuele sporter die de meest aansprekende prestatie van de 20e eeuw heeft geleverd. De Elfstedentocht van 1963 staat in ons collectieve geheugen gegrift vanwege die zware omstandigheden waaronder deze Tocht der Tochten is verreden. Want wie aan de Elfstedentocht denkt, denkt vast aan die van 1963. En wie aan die Elfstedentocht denkt, denkt dan meteen aan de legendarische Reinier Paping.
(Bron: Anderetijdensport.nl, NOS.nl, BNDestem.nl, Sportgeschiedenis.nl, Elfstedentocht.frl, Schaatshistorie.nl, Trouw.nl, Historischnieuwsblad.nl, Wieiswieinoverijssel.nl, Wikipedia. Foto’s: ANP)