Maxime op reis: Zuidwest-Frankrijk
Publicatiedatum: 7 oktober 2022
Onder de noemer ‘Maxime op reis’ leest u regelmatig verhalen over de eigen reiservaringen van de redactie van MAX Vandaag. Deze keer reizen we af naar Zuidwest-Frankrijk. Onderweg bezoeken we onder andere Bordeaux, Toulouse, Périgieux en Rocamadour.
Château de Chambord
In tegenstelling tot de kortere reizen die we in 2020 en 2021 gemaakt hebben, hoeven we deze keer vrijwel geen rekening te houden met coronamaatregelen. We plannen ook weer verschillende uitstapjes aan plekken die anders moeilijk te bezoeken zijn, zoals een kasteel en een paleis. Op de heenweg bekijken we na een overnachting in Orleans het 16e eeuwse jachtkasteel Château de Chambord. Normaal zeer karakteristiek vanwege de vele torens op het dak. Tijdens ons bezoek staat het kasteel echter helaas in de steigers en zijn de monumentale hoektorens niet te zien. Gelukkig stelt de binnenkant niet teleur.
La Rochelle
We rijden door in de richting van de Atlantische kust, waar we een bezoek aan de historische havenstad La Rochelle gepland hebben. Rondom de haven met vele bootjes liggen prachtige oude gebouwen en voor de inwendige mens zijn er gezellige terrassen en ijstentjes te vinden. De torens die de toegang tot de zee markeren zijn tegenwoordig historische monumenten. Ook de winkelstraten van de oude binnenstad, die u onder andere via de stadspoort bereikt, zijn de moeite zeker waard.
Na een uitgebreide wandeling stappen we weer in de auto en rijden we naar ons overnachtingsadres in de nabij gelegen kustplaats Royan.
Van Royan naar Bordeaux
Op onze route naar Bordeaux liggen een aantal interessante plaatsen, die we een bezoek willen brengen. Te beginnen met Cognac, dat zoals de naam al doet vermoeden, inderdaad bekend staat vanwege de cognac. Het is een charmant plaatsje en verschillende grote huizen hebben hier hun distilleerderijen. We stappen er bij eentje naar binnen en hier wordt ons een kijkje gegund op de rijk gevulde vaten en flessen in allerlei prijsklassen. Van betaalbaar, tot onbetaalbaar.
Dan is het tijd voor Angoulême. Deze hooggelegen stad wordt omgeven door vestingmuren en staat tegenwoordig bekend als de Franse hoofdstad van het stripverhaal. Het blijkt enigszins een uitdaging om de diverse striptekeningen te vinden via het kaartje dat we bij ons hebben, maar door gewoon rond te wandelen, zien we er al een hele hoop. Naast indrukwekkende tekeningen, die complete zijmuren bedekken, zijn de strips ook op een subtielere vorm terug te vinden, in de versie van versierde vuilcontainers.
Op de route ligt ook Aubeterre-sur-Dronne. Dit is één van de Les Plus Beaux Villages de France; oftewel de mooiste dorpen die Frankrijk rijk is. We verwachten er dus wel wat van. En het blijkt inderdaad een mooi, slaperig plaatsje, met leuke pleintjes, maar wat ons betreft toch niet één van de mooiste plekken waar we in dit land geweest zijn.
Bordeaux
Aan het einde van de dag arriveren we bij ons hotel aan de rand van het centrum van Bordeaux en beginnen we aan een uitgebreide stadswandeling. Hierbij komen we langs diverse gezichtsbepalende gebouwen en pleinen, die deze stad zo mooi maken. Zoals het Place de la Bourse, waar de Mirror d’Eau als de grootste waterspiegel ter wereld fungeert. Hiervoor wordt het waterbassin op het plein voorzien van klein laagje water. Alleen staat de Mirror op het moment dat wij er zijn droog, dus dat effect krijgen we helaas niet te zien. Gelukkig maakt de fontein het enigszins goed.
Verder het wijngebied in
Een stad als Bordeaux leent zich uiteraard voor een langer bezoek, dan de wandeling die wij er gemaakt hebben, maar wij kiezen ervoor om de dag erna weer verder te reizen. Met een 1e stop op zo’n 40 kilometer van Bordeaux. Aan de rand van het wijngebied van Saint Émilion staat hier bij het plaatsje Saint Sulpice de Faleyrens de Menhir van Peyrefitte. Een rotsblok van zo’n 5,2 meter hoog, die daar maar liefst 4.500 jaar geleden rechtop is neergezet. Hij staat er nog steeds mooi bij, tussen de wijnranken.
Mooi is ook de route die erna volgt naar de plaats Saint Émilion zelf. Hier komen de betere Franse wijnen vandaan. Het dorpje is werkelijk oogstrelend, met vele karakteristieke, steile straatjes, waar we over de kasseien lopen. De kerk, in het hart van het kleine centrum, is deels uit de rotsen gehakt en vele etalages met daarin de wijnen uitgestald, maken het plaatje af.
De volgende bestemming op onze route is de plaats Bergerac, gelegen aan de Dordogne. Buiten dat het sowieso een charmante plaats is, is hier ook een beeld te vinden van Cyrano de Bergerac, die wij natuurlijk ook even opzoeken. De markt die bezig is, terwijl wij er zijn, geeft extra reuring tijdens het wandelen door het historische centrum.
Vervolgens rijden we naar Périgueux, midden in de Dordogne gelegen. Een prachtige plaats, waar we niet om de kathedraal heen kunnen. Dit is echt de blikvanger van de stad. Een Byzantijnse en Romaanse bouwstijl zorgt voor een hele bijzondere mix en de stijl doet daarmee ook wel wat Italiaans aan. Al doen de 5 koepels op het dak ons tevens denken aan de Moorse stijl, die we in Andalusië gezien hebben.
Terug naar de prehistorie
Na zoals elke ochtend een heerlijk ontbijt met vers stokbrood en croissants gaan we op weg om ver terug in de tijd te gaan. Even buiten de plaats Montignac zijn namelijk de grotten van Lascaux te vinden. Ze zijn in 1940 per toeval ontdekt door een 4-tal tieners en het hondje Robot. Op de wanden zijn prehistorische schilderingen te zien van allerlei diersoorten, zoals runderen en paarden. In de jaren dat de grotten voor publiek geopend zijn, hebben schimmels en bacteriën de tekeningen geen goed gedaan. Daarom zijn de originelen tegenwoordig niet langer te bezoeken, maar is er op ware grote een replica van de grotten gemaakt. Inclusief nagebootste omstandigheden, zoals een lagere temperatuur. Het resultaat mag er zijn! In de grotten zelf mogen geen foto’s gemaakt worden, maar we geven u een indruk, van het museumgedeelte waar u erna in terecht komt.
Op tuinbezoek
Onze volgende stop is de tuinen van Eyrignac. Het landgoed ligt midden in de bossen van Périgord Noir, op 13 kilometer van Sarlat, en is al 500 jaar in het bezit van dezelfde familie. De tuinen zelf zijn in de 17e en 18e eeuw aangelegd en zijn rijk aan zo’n 300 in vorm gesnoeide struiken en bomen.
Schilderachtig Rocamadour
Na een onstuimig begin van de dag, klaart het rond 10 uur gelukkig toch op. De lokale bevolking is dolblij met de regenbui, want net als in Nederland, hebben ze in de zomer van 2022 te kampen met aanhoudende droogte. De hoteleigenaar weet ons te vertellen dat het de 1e regen in 2 maanden tijd is. Vanaf ons hotel is het een kleine 5 minuten rijden naar het schilderachtige plaatsje Rocamadour (zie ook de hoofdfoto). Er zijn verschillende manieren waarvandaan u dit bedevaartsoord kunt bezoeken. Wij kiezen voor de parkeerplaats bovenop de berg bij het fort en lopen via slingerende paadjes, vele trappen (waaronder de Grand Escalier (grote trap) met ruim 200 treden en gezellige straatjes naar beneden. Als u niet alles met de benenwagen wilt doen, dan kunt u ook kiezen voor het toeristentreintje dat er rijdt of een lift.
Op het middelste niveau liggen 7 heiligdommen, de Parvis des Églises. De ingangen naar de kerken zijn via een centraal plein te bereiken en sommige kerken zijn weer met elkaar verbonden, waardoor we zo van de ene naar de andere doorlopen. Op het onderste niveau zijn veel winkels, eetgelegenheden en huizen te vinden. We lopen tot aan de oude stadspoort en hoeven dan ‘alleen nog maar even’ terug naar boven te klauteren, om ook nog van het uitzicht te genieten vanaf het fort.
Nu is het tijd om nog wat zuidelijker te gaan. We zetten de navigatie op Toulouse, maar maken onderweg eerst nog een stop in Cahors, aan de rivier de Lot. We hebben gekozen voor ’tolwegen vermijden’ en rijden zo een mooie route, dwars door weilanden, bossen, heuvels en kleine plaatjes. In Cahors gaan we op zoek naar de 172 meter lange middeleeuwse vestingbrug Pont Valentré. Het is één van de best bewaarde middeleeuwste bruggen en stelt zeker niet teleur.
Dan is het tijd voor de zuidelijk gelegen stad Toulouse. Wat ons opvalt is dat deze stad bruist van het leven. Met de gezellige drukte en mooie, veelal roodkleurige panden, doet de sfeer ons aan New York denken. De Franse versie daarvan dan. Het is vrijdagavond als we er zijn en heel Toulouse lijkt wel te zijn uitgelopen naar de vele unieke winkeltjes en talrijke terrassen. Aangezien het ook een echte studentenstad is, is het publiek van alle leeftijden. Deze stad is voor ons de verrassing van onze reis.
Narbonne
Na een uitstapje naar Noord-Spanje (Barcelona), pakken we onze route in Zuidwest-Frankrijk weer op in Narbonne. Het is hier opnieuw flink druk en de parkeergarages in de buurt van het centrum staan helaas allemaal op ‘vol’. Maar niet getreurd, een minuut of 10 lopen vanaf het centrum is het ook mogelijk om op straat te parkeren.
Even later staan we voor de kathedraal van Narbonne. Het gaat in dit geval om een bouwruïne. De kathedraal is uiteindelijk nooit afgemaakt. Alleen het koor is voltooid en wordt nog altijd als kerk gebruikt. We bekijken eerst de binnenkant en lopen vervolgens om de buitenkant heen, om ook de onvoltooide delen te bekijken. Halverwege de kathedraal staat nu een buitenmuur, wat hem een unieke aanblik geeft.
We lopen vervolgens nog een rondje door het centrum en strijken neer voor een heerlijke Franse versie van de tompouce, de millefeuille.
Béziers
Vanaf Narbonne is het nog geen 3 kwartier rijden naar Béziers. Ook hier is een indrukwekkende kathedraal te vinden. De Kathedraal Saint-Nazaire van Béziers staat op een rotsheuvel, die uitzicht biedt op de rivier de Orb. Nadat we de kathedraal en het historische centrum bekeken hebben, pakken we de auto, om het parkeerterrein op te zoeken dat we van bovenaf hebben zien liggen, bij de 12e eeuwse Romaanse brug, de Pont Vieux , waarover we al gelezen hebben. Vanaf de brug heeft u ook meteen weer een mooi uitzicht terug op de kathedraal.
Omdat we zo dicht bij de kust zitten, besluiten we ’s avonds een hapje te eten in Valras Plage, gelegen aan de Middeleeuwse zee. Naast een mooi, breed zandstrand, zijn hier vele eettentjes te vinden. Na een wandeling over de boulevard is een goed plekje dan ook snel gevonden.
Op de weg terug
Onze rit door Zuidwest Frankrijk zit er hiermee op. Voor de terugweg hebben we echter ook nog een aantal bezienswaardigheden op de planning staan. Zo rijden we via het spectaculaire 2.460 meter lange viaduct van Millau en een lunchstop in Clermont-Ferrand naar ons overnachtingsadres is Bourges. Waar we de ook al indrukwekkende kathedraal bezoeken.
En op onze laatste volle dag in Frankrijk nemen we uitgebreid de tijd om het paleis van Versailles en de bijbehorende tuinen te bekijken. Helaas hebben we daar ‘Hollands’ weer bij en komt het met bakken uit de hemel. Gelukkig hebben we daar binnen geen last van, waar we ons vergapen aan alle pracht en praal. Helaas wel samen met enorme drommen andere belangstellenden. Van corona is hier echt weinig meer te merken. Dat hadden we een jaar eerder niet kunnen denken.