Jan Slagter: “Omroep MAX: breed én gespecialiseerd”
Publicatiedatum: 31 mei 2022
Onlangs had ik in Den Haag een prettig kennismakingsgesprek met mevrouw Gunay Uslu, sinds begin dit jaar staatssecretaris Cultuur en Media in het kabinet Rutte IV. Tegenover haar heb ik nog eens benadrukt dat een sterke Publieke Omroep met geprofileerde omroepverenigingen erg belangrijk is in deze tijd.
Nieuwe criteria?
Misschien wel leuk om te vertellen: mevrouw Uslu’s broer is de bekende ondernemer en Corendon-oprichter Atilay Uslu. Maar dit geheel terzijde. Gunay Uslu heeft binnen het ministerie van OCW het omroepbeleid in haar portefeuille. In 2021 heeft de vorige minister van OCW Arie Slob een extern bureau opdracht gegeven om te onderzoeken of er nieuwe manieren zijn om publieke omroepen te legitimeren náást de ledentallen en toegevoegde waarde qua programma’s en missie aan het publieke omroepbestel.
Ledental cruciaal
Ik ben er ten volste van overtuigd dat het ledental een belangrijke waarde en relevant toetsingscriterium moet blijven. Steeds meer mensen voelen zich bij ons thuis; een gemeenschap waarin ouderen zich qua normen en waarden herkennen én erkend voelen. Op 31 december 2021 had MAX 422.685 leden. Geheel tegen de trend in blijven we als vereniging groeien en dat is fantastisch.
Grote waardering
Dit ledental speelde ook een rol bij de erkenning die MAX per 1 januari 2022 wederom kreeg voor de nieuwe concessieperiode 2022-2026, waarbij een minimumvereiste van 150.000 leden gold, en laat zien hoe goed MAX alleen al via zijn leden verankerd is in de samenleving. Dat de waardering van publiek en achterban groot is, blijkt niet alleen uit de continue groei van het ledental, maar ook uit de inhoudelijke resultaten en bereik- en waarderingscijfers.
Geweldig bereik
MAX maakt programma’s specifiek vanuit de leef- en denkwereld van de 50-plusser. Onderscheidend is vooral de manier waarop MAX die content maakt en de doelgroep bereikt. Vanuit een onafhankelijke positie, zowel van politiek als geloof, bereikt MAX de ouderen op een manier die hen aanspreekt. Wist u dat 87,5 procent van de 6+bevolking in 2021 minstens 5 minuten naar een MAX-tv-programma heeft gekeken? Dat komt neer op 14.096.000 miljoen Nederlanders van 6 jaar en ouder. Onder 50-plussers is zelfs 97,2 procent bereikt, onder 75-plussers 96,6 procent. Onze doelgroepen worden dus uitstekend bereikt op tv.
Breed aanbod
De NPO neigt naar specialisatie van omroepen op genres en thema’s en legt de focus op dit moment vooral op media-aanbod en platforms voor de leeftijdsgroep 20-49-jarigen. Dat mag niet ten koste gaan van ons media-aanbod en het bereik onder de door de vergrijzing alleen maar groeiende oudere doelgroep. De specialisatie van Omroep MAX komt tot uitdrukking in de doelgroep, de 50-plusser. MAX biedt voor hen een breed en gevarieerd media-aanbod binnen diverse genres en met vele voor de doelgroep relevante thema’s en zal dus zeker niet specialiseren.
MAX is en blijft een zelfstandige omroep met uniek aanbod op tv, radio en online voor onze eigen doelgroep: de 50-plusser. Daar zit met name onze specialisatie. MAX is een brede omroep, dat staat in ons beleidsplan en daar is ook de erkenning door de minister voor de komende 5 jaar op gebaseerd. Ook binnen het geïntroduceerde genrebeleid van de NPO verwacht ik dat MAX voldoende ruimte krijgt voor onze unieke missie en identiteit.
Zet achterdeur open
Overigens meent de Raad voor Cultuur dat het omroepbestel op termijn niet goed houdbaar is. Met de huidige regels kunnen er steeds omroepen bijkomen, terwijl er zelden een verdwijnt. De beheers- en bestuurbaarheid van het bestel komt hierdoor in het geding, aldus de Raad. De komst van nieuwe omroepen, zoals recentelijk Zwart en Ongehoord Nederland – afgezien van mijn persoonlijke mening over de inhoud van hun programma’s – vind ik prima, mits ze iets toevoegen aan het huidige aanbod. De Raad voor Cultuur stelde vorige maand in een brief aan staatssecretaris Uslu voor dat er een maximum wordt gesteld aan het aantal omroepen. Dat sluit goed aan bij mijn mening, die ik al herhaaldelijk heb verkondigd, dat het huidige bestel wel een voordeur heeft, maar geen achterdeur. Omroepen die niet langer voldoende aansluiting vinden bij hun oorspronkelijke, specifieke doelgroep en eigenlijk alleen maar ‘meer van hetzelfde’ bieden, zouden hun erkenning moeten worden afgenomen.