Watermeloen buiten kweken, zo lukt het wel
Publicatiedatum: 22 augustus 2021
Watermeloen is een heerlijke, zomerse dorstlesser en versnapering. Met wat extra aandacht kunt u deze vrucht ook in Nederland kweken. We hebben tips hoe u dit (volgend seizoen) kunt aanpakken.
Geschikte rassen watermeloen
Voor de kweek van watermeloen is veel warmte nodig. Iets wat niet altijd vanzelfsprekend is tijdens een Nederlandse zomer. Als u niet over een kas beschikt is het daarom raadzaam om voor een kleiner ras te kiezen en binnen voor te zaaien. Deze kleinere rassen zijn soms te herkennen door de term ‘Icebox’ of ‘Icebox-sized’ op de verpakking. Voorbeelden van kleine watermeloenen zijn bijvoorbeeld: Sugar Baby, Mini Love en Golden Midget.
Voorbereiding en zaaiproces
Het voorzaaien moet begin april gebeuren. De ideale kiemtemperatuur ligt rond de 20 á 22 graden. De woonkamer is daar meestal een geschikte plek voor. Plaats de zaden in zaai- en stekgrond of in wat potgrond vermengd met zand of perliet. Zet de zaailingen op de zonnigste plek en houd de potjes net licht vochtig, maar doorweek ze niet. Zo gauw de plantjes groot genoeg zijn (buiten de kiemblaadjes hebben ze dan ook 2 echte blaadjes) kunt u ze overplanten naar een groter potje met potgrond of na half mei buiten.
Watermeloen buiten kweken
Als u watermeloen buiten kweekt, is het zaak de plant te beschermen tegen een te grote hoeveelheid regen en frisse dagen. Geef hem daarom om te beginnen de warmste en zonnigste plek in de (moes)tuin. Bijvoorbeeld tegen een zuidmuur aan. Neem daarnaast voorzorgsmaatregelen voor de periodes die koel en nat verlopen. Heel effectief is het om de plant te beschermen met glas of plastic, dat u op zijn plaats houdt met paaltjes. Op deze manier houdt u de warmte bij de plant, terwijl hij tegen de regen beschermd is.
Verzorging
U kunt de watermeloenplant afhankelijk van de beschikbare ruimte laten kruipen of klimmen. Een kruipende plant neemt meer ruimte in dan een klimmende plant. Een extra voordeel van een klimmende plant is dat hij beter kan drogen na een regenbui. Zorg steeds voor voldoende, maar niet teveel water en giet dit niet over de bladeren, maar altijd rechtstreeks op de grond, om schimmelen te voorkomen. Een watermeloen heeft graag niet te koud water, dus geef bij voorkeur lauw water of laat koud kraanwater eerst wat op temperatuur komen.
Voorzie de plant verder van voldoende voedsel, want de watermeloen is een hongerige plant. Laat u de plant kruipen, zorg er dan voor dat de vruchten vrij van de grond blijven, om smetten te voorkomen. Plaats ze daarvoor bijvoorbeeld op de tegels of leg ze op een plankje. Dit gaat ook vraat van onder andere slakken tegen.
Wanneer is watermeloen rijp?
Op de verpakking van de zaden wordt een indicatie van de oogsttijd gegeven, bijvoorbeeld 2 maanden na zaaien. U kunt ook zelf controleren of de vrucht rijp is, door erop te kloppen. Klinkt dat hol, dan is de watermeloen klaar om geoogst te worden. Ook een (zoete) geur en het streepjespatroon verraden hoe rijp de vrucht is. Lopen de strepen helemaal rondom, dan kan het zijn dat hij nog even wat langer moet rijpen. Door de watermeloen na het oogsten in huis nog 1 á 2 weken te laten narijpen krijgt u het lekkerste resultaat.
Niet teveel vruchten tegelijk laten rijpen
In een kas is dit minder belangrijk, aangezien de omstandigheden optimaal zijn, maar buiten kunt u beter niet teveel vruchten tegelijk laten rijpen. Houd bijvoorbeeld 5 stuks aan en snoei de rest weg. Dit zorgt ervoor dat de overblijvende vruchten goed groeien en alle energie daarheen gaat en de vruchten niet staken in hun groei. Net als bij komkommers, courgettes en pompoenen heeft de watermeloen mannelijke en vrouwelijke bloemen. Bij de mannelijke is alleen een steeltje te zien en bij de vrouwelijke is direct al het beginsel van de vrucht zichtbaar.
(Bron: Groei & Bloei, MoestuinTijd, Diana’s mooie moestuin, archief)