Kees van Kooten

Kees van Kooten: “Het gebruiken van de fantasie is het belangrijkste bij voorlezen”

Kees van Kooten is de schrijver van het voorleeslunchverhaal, dat hij speciaal heeft geschreven voor de jaarlijkse Nationale Voorleeslunch op 2 oktober 2020. Wij spreken hem over zijn verhaal, de kunst van het voorlezen en over de dunne lijn tussen voorlezen en voorspelen.

Voorlezen op tv

In 2020 gaan veel zaken anders dan anders, het is inmiddels een cliché. Ook de Nationale Voorleeslunch op 2 oktober 2020, Nationale Ouderendag, heeft een andere vorm gekregen. Normaal wordt het speciaal voor deze dag geschreven voorleeslunchverhaal voorgelezen in verzorgingshuizen en bibliotheken door het land, maar in 2020 gaat dat niet. In plaats daarvan leest Kees van Kooten het voor op tv. “Het heet Een rooie brandweerauto”, vertelt hij aan de telefoon. Van Kooten haalt hiervoor inspiratie uit een verhaal dat hij vroeger altijd vertelde aan zijn kleinzoon Roman, die nu 16 is. Hoewel hij zich laat inspireren door een kinderverhaal, is Een rooie brandweerauto niet bedoeld voor de jongste doelgroep. De Voorleeslunch is immers speciaal voor ouderen. “Juist omdat het verhaal voor ouderen is, ben ik op zoek gegaan naar een situatie waarin veel ouderen verkeren en dat is dat zij gescheiden kinderen hebben.”

Habedassi

Een rooie brandweerauto is dus een verhaal over 2 jonge mensen die uit elkaar zijn, maar ook een verhaal over voorlezen en het zelf verzinnen van verhalen. Zo wordt er veelvuldig gerefereerd aan een boek dat de 2 voorlezen aan hun kind en aan een verhaal dat de vader van de mannelijke hoofdpersoon verzon voor zijn zoon. Zelf bewaart Van Kooten ook levendige herinneringen aan een verhaal dat zijn eigen vader altijd aan hem vertelde. “De vader van mijn vader was machinist op de wilde vaart. Die boten gingen dan bijvoorbeeld eerst naar Helsinki en dan vanuit daar naar Bloemfontein in Zuid-Afrika en dan weer verder. Mijn opa was dus heel vaak heel lang van huis. Op basis van die ervaringen bedacht mijn vader het figuurtje Habedassi, die een vader had die er altijd was. Habedassi ging samen met zijn vader varen en dan maakten zij van alles mee op die boot. Dan zag Habedassi bijvoorbeeld een lek dat de kapitein nog niet gezien had of zoiets. Dat is me altijd bijgebleven.”

Fantasie

Het verhaal over Habedassi bedacht Van Kootens vader ter plekke, iets wat hijzelf later ook vaak doet voor zijn kinderen en kleinkinderen. “Het gebruiken van de fantasie is het belangrijkste bij voorlezen. Veel mensen doen dat niet meer, maar iedereen kan dat. Ideaal is het om een figuurtje te verzinnen dat je in elk verhaal weer een andere rol geeft. Het is ook leuk om een bepaalde eigenschap van dat figuurtje heel erg uit te vergroten. Hij is bijvoorbeeld heel dom of heel sterk. Dan gaat het echt leven.” U raadt het misschien al: ook in Een rooie brandweerauto komt zo’n figuurtje voor.

Wie zo’n zelfbedacht typetje een eigen karakter wil geven, is al snel niet meer aan het voorlezen, maar aan het voorspelen, zoals Van Kooten dat noemt. Hij legt uit: “Wie een verhaal vertelt over een zelfbedacht typetje zal het ongetwijfeld een eigen stemmetje meegeven en als het figuurtje schrikt dan zal de verteller ook doen alsof hij of zij schrikt. Misschien komt er zelfs wel een hoedje aan te pas dat het figuurtje altijd draagt. Zo verander je als het ware in het typetje en zo wordt voorlezen dus voorspelen.”

Van Kooten en De Bie

Dit voorspelen is iets wat Van Kooten tientallen jaren samen met zijn beste boezemvriend en collega Wim de Bie doet. Als Van Kooten en De Bie ontwikkelen zij vanaf de jaren 60 enorm veel typetjes die zij inzetten om hun visie op de actualiteit of maatschappelijke ontwikkelingen te geven. “Wij kenden geen groter geluk dan dat we in de grime zaten en dachten: we hebben 2 chique zussen nodig die met een megafoon rondlopen en dingen zeggen als ‘Racisme is gemeen’. Dan vroeg Arjen (de grimeur, red.) “heeft ze krullen?” “Nee, steil haar” “En een leesbril?” “Ja, doe er maar 2. Eén op haar hoofd en 1 om haar nek.” Zo ging dat dan en dan zag je zo’n personage tot leven komen voor de spiegel.”

Als het typetje er eenmaal was ging het voorspelen vaak vanzelf. “Als we merkten dat het lekker liep, ging het geping-pong tussen ons beiden eigenlijk vanzelf. Dan hadden we eigenlijk alleen een onderwerp nodig. Geschreven tekst was dan overbodig.”

Kees van Kooten is op 1 oktober 2020 te gast bij Tijd voor MAX om te vertellen over zijn voorleeslunchverhaal. Op 2 oktober 2020 wordt het verhaal om 12.15 uur uitgezonden op NPO 1. Ook wordt het verhaal op deze laatstgenoemde dag telefonisch voorgelezen aan mensen die de Zilverlijn bellen.

Geef een reactie

Reactie

    Kransje says:

    Dit was hartstikke leuk. Ennnnnn, een voorleesprogramma van Kees van Kooten daar zou ik vast naar kijken.