Zelf vis bakken lukt iedereen met deze tips
Publicatiedatum: 15 juli 2020
Liefhebber of niet, af en toe vis is hartstikke gezond. Maar waar de gemiddelde visliefhebber nog wel eens tegenaan loopt, is het bakken van vis. Dat vindt niet iedereen gemakkelijk. Maar met deze tips kan iedereen een lekker gebakken visje op tafel zetten.
Viskalender
Het begint natuurlijk bij de vissoort. Bijna alle vissoorten kunt u bakken. En net als bij groente zijn bepaalde vissoorten in een bepaalde tijd van het jaar verkrijgbaar en dan dus ook het lekkerst. Neem bijvoorbeeld de kabeljauw die wordt gevangen van juni tot en met december. Op de paling daarentegen wordt het hele jaar gevist. De krab wordt alleen in oktober, november en december uit het water gehaald en de zeebaars van september tot en met april. Vraag bij uw visboer welke vis u het beste kunt nemen.
Zo vers mogelijk
Nog een belangrijke tip: de vis moet vers zijn. Rechtstreeks uit de zee is wellicht het aller lekkerst, maar in ieder geval zo vers mogelijk. Bij de visboer is de tijd van de zee tot de winkel over het algemeen het kortst. De exemplaren die in de supermarkt liggen zijn vaak al iets langer onderweg. Dep hem vervolgens goed droog en kruid met peper en zout. Hij is nu klaar om de pan in te gaan.
Afblijven
Neem voor het bakken niet een te grote pan, maar één waar de vis precies in past. Bak ze in (room)boter. Niet voor niets is het gezegde ‘boter bij de vis doen’. De boter versterkt de smaken van de vis. Natuurlijk kunt u hem ook in olie bakken of zelfs zonder olie in een pan met anti-aanbaklaag. Zet de pit op een middelhoog vuur en voeg eventueel de boter of olie toe. Doe de vis in de pan en nu komt het: laat hem rusten. We hebben al snel de neiging om hem te willen keren, maar doe dat niet. De eiwitten in de vis ‘stollen’. Zodra dit is gebeurd, laat hij vanzelf los van de bodem. Dat voorkomt ‘breken’ en u heeft direct een mooi krokant korstje. Vis hoeft niet lang te bakken. Voor een stukje van ongeveer 100 tot 120 gram is een minuut of 2/3 per kant voldoende.
Laten rusten
Is de vis klaar, serveer hem niet direct, maar laat hem even rusten. Liefst op een warme plek zodat de hij niet afkoelt. De rust zorgt ervoor de de sappen erin blijven en de smaak nog beter wordt. Wie voor een klassieke bereiding gaat, kan het na het bakken bestrooien met gehakte peterselie en besprenkelen met citroensap en afmaken met beurre noisette (boter verwarmen en het water laten verdampen. Wat overblijft is ‘bruine boter’).
Zin gekregen om met (gebakken) vis aan de slag te gaan? Neem een kijkje tussen onze visrecepten, daar staat vast iets lekkers bij!
(Bron: 24Kitchen, lekkervanbijons.be, archief)
Geef een reactie
U moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.
Hier wordt een zeer smakelijke bereiding weg gelaten: op de huid gebakken (filet). Pan op laagste vuur, beetje olijfolie en klont boter, vis op de licht gezouten huid in de pan, temperatuur langzaam verhogen tot de huid krokant is (voorzichtig gluren met dunne spatel, niet zo’n afzichtelijke grijper als op jullie foto met zalm). Daarna de vleeskant van de filet op het inmiddels hogere vuur afbakken. Als je dit goed doet, houd je vanzelf de beurre noisette over. Eventueel wat boter extra erbij doen en bruinen voor de jus op je licht kruimige patatten. Als je geluk hebt houdt je partner niet van velletjes en eet je ze zelf :).
Noot: deze werkwijze voorkomt het onvermijdelijke kromtrekken van je vis als je de filets koud in de hete pan plaatst. Vis even buiten de koelkast halen van tevoren helpt ook mee.
Op de huid bakken is helemaal goed MAAR als je er even bij blijft en de pan een beetje scheef gaat houden met een lepel het (boter) bakmensel steeds over de vis gieten een kleine twee minuten en alles is perfect