file

Eerste officiële file tijdens Pinksteren 1955

Op eerste Pinksterdag 1955 gaan in Nederland zoveel dagjesmensen met eigen vervoer op pad dat de ANWB achteraf spreekt van de eerste officiële file. Sindsdien is de drukte op de wegen alleen maar toegenomen en zijn files en file-informatie op de radio meer regel dan uitzondering. Het is nu moeilijk voor te stellen, maar de eerste file op 29 mei 1955 brengt heel wat mensen op de been die de onophoudelijke stroom voertuigen op hun vrije dag komen aanschouwen.

Een file is een rij langzaam rijdend of stilstaand verkeer. Rijkswaterstaat hanteert voor de verkeersinformatie de definitie dat een file een verzamelbegrip is voor 3 soorten stagnerend verkeer:

  • Langzaam rijdend verkeer: verkeer dat over ten minste 2 kilometer nergens sneller rijdt dan 50 km/h, maar doorgaans wel sneller dan 25 km/h ;
  • Stilstaand verkeer: verkeer dat over ten minste 2 kilometer vrijwel overal minder dan 25 km/h rijdt;
  • Langzaam rijdend tot stilstaand verkeer: langzaam rijdend verkeer over veelal wat grotere lengte met hierin op sommige stukken stilstaand verkeer.

file

De drukste file ooit in Nederland gemeten, is op 22 januari 2019. Als gevolg van sneeuwval ontstaan files van 2.300 kilometer in totaal. Mensen staan soms wel 1 uur en 40 minuten in de avondspits.

Er zijn incidentele en structurele files. Een incidentele file ontstaat door ongevallen, pech, problemen met de infrastructuur, werkzaamheden aan de infrastructuur en slecht weer. Een structurele file ontstaat als gevolg van een groter verkeersaanbod dan waarop de wegcapaciteit is berekend. Er is ook een versie die het midden houdt tussen de 2: die ontstaat elk jaar bij de grote vakantie-uittocht (zwarte zaterdag) en bij grote evenementen.

Zwarte zaterdag

Zwarte zaterdag

Files hebben veel negatieve consequenties zoals tijdverlies, vertraging, sluipverkeer, extra brandstofverbruik, frustratie en ongelukken waaruit weer kijkfiles kunnen ontstaan. Het Kennisinstituut van het ministerie van infrastructuur heeft in 2017 berekend dat het groeiend aantal files de maatschappij tot 3.7 miljard per jaar kan kosten.

Geschiedenis

In 1925 wordt een vergadering gehouden waar vertegenwoordigers van Verkeer en Waterstaat, de ANWB, burgemeesters en andere belanghebbenden aanwezig zijn. Peter Staal, verenigingshistoricus van de ANWB: “Doel van de vergadering was om een landelijk snelwegennet aan te leggen naar voorbeeld van de Italiaanse autostrada. En te voorkomen dat elke provincie het op eigen houtje ging regelen met tolpoorten, want dat zou de doorstroming maar belemmeren. Dit was een moment waarop Nederland veel meer een eenheid werd, daarvoor was Nederland nog vrij achterlijk en verdeeld.”

In 1936 wordt in de Circulaire Ministerie van Waterstaat betreffende autosnelwegen een aantal belangrijke rijkswegen aangewezen als autosnelweg. De autosnelweg wordt hierin gedefinieerd: het is een weg met gescheiden rijbanen, ongelijkvloerse kruisingen, vaste bruggen en weinig aansluitingen met andere typen wegen. De eerste echte snelweg in Nederland wordt op 15 april 1937 geopend: het is de A12 tussen Voorburg en Zoetermeer, die volledig is uitgerust met vluchtstroken.

Eigenlijk bestaan files al heel lang, zij het dat die in vroegere tijden uit karren met paard en koetsen bestaan. Zo staan in de 19e eeuw die karren met paard en koetsen al in een lange rij voor de parkeerterreinen buiten de stad aan het Leidseplein en het Weesperplein in Amsterdam. In 1889 komt het woord voor het eerst voor in de Nederlandse taal. In het boek Eline Vere schrijft Louis Couperus: “Dirk, de koetsier, was een ogenblik genoodzaakt geweest even stil te blijven staan, maar nu kwam er opnieuw vlugger beweging in de file van equipages op de rijweg.” In maart 1913 bericht het Algemeen Handelsblad over “één lange file van auto’s” op de Middenweg in Amsterdam. Ook de Olympische Spelen van 1928 in Amsterdam zorgen voor langzaam rijdend en stilstaand verkeer. De file van Pinksteren 1955 is echter de eerste file op een kruispunt van autowegen.

Eerste officiële file is een teken van de moderne tijd

In 1954 rijden er volgens de ANWB in Nederland 219.000 personenauto’s rond. Sinds 1939 is het knooppunt bij Oudenrijn het eerste kruispunt van snelwegen in ons land. Voor deze plek is gekozen omdat daar het verkeer uit oost-west en noord-zuid bij elkaar komen. In 1954, als Rijksweg 2 is geopend, rijden al meer dan 9.000 motorvoertuigen per dag over het kruispunt. Het is dan ook niet zo gek dat de eerste officiële file bij Oudenrijn ontstaat op een mooie eerste Pinksterdag op 29 mei 1955.

Knooppunt Oudenrijn

Knooppunt Oudenrijn in 1966

Het aantal autobezitters en daarmee de intensiteit van het verkeer neemt in die tijd snel toe. Vooral het recreatieve verkeer zorgt voor grote drukte en dus langzaam rijden en stilstaand verkeer. Voor mensen uit de Randstad die een auto bezitten, is de Veluwe sneller bereikbaar. Toeristen uit West-Duitsland bezoeken met hun auto’s onze bollenvelden en stranden. Met Pasen, Pinksteren, Hemelvaartsdag en zonnige weekenden ontstaat meer en meer drukte op en rond verkeersplein Oudenrijn. Op de eerste Pinksterdag 1955 registreert Rijkswaterstaat de hoogste verkeersintensiteit tot dan toe gemeten in Nederland, omdat veel mensen er die dag met de auto op uit trekken. Maar liefst 50.000 voertuigen passeren op die dag de pneumatische verkeersteller in 24 uur.

Het verkeer komt muurvast te zitten, omdat de 2 verkeerstromen uit West-Duitsland en de Randstad elkaar bij Utrecht ontmoeten. De rotonde bij Oudenrijn kan de verkeerstromen niet aan. Maar, in tegenstelling tot tegenwoordig, wordt niemand chagrijnig. Het is juist een teken dat de moderne tijd ook in Nederland is aangebroken. De file is een normale zaak in de Verenigde Staten van Amerika midden jaren 50 en alles uit dat land wordt in Nederland als modern beschouwd. Je hoort er feitelijk nu echt bij! Een verkeersregelaar leidt het verkeer in goede banen. Dat is destijds leuk werk, omdat alle mensen in de file vrolijk zijn.
De mensen rijden in een file naar strand, bos of bollenvelden. Het Utrechts Nieuwsblad schrijft op dinsdag 31 mei 1955: “Onverwacht werd het mooi weer en onverwacht ook heeft zich met Pinksteren een naar zon hunkerende menigte uitgestort over de schaarse recreatiegebieden van Nederland”. De krant meldt dat er ‘behalve misschien achter de bordjes “verboden toegang artikel 461 – geen rustig plekje in Nederland te vinden was”. Ook in de omgeving van Utrecht is het erg druk. “Opvallend groot was het aantal Amsterdammers dat zich per NBM-bus (Nederlandsche Buurtvervoer Maatschappij) naar Ouwehands Dierenpark in Rhenen liet vervoeren”, bericht het Utrechts Nieuwsblad.

Veel Utrechters recreëren die dag in de bossen bij Zeist, aan de Loosdrechtse Plassen en in Hollandsche Rading. Ook op de 2e Pinksterdag is het bij Oudenrijn een drukte van jewelste. “Een compacte massa auto’s, die 4 rijen dik over de Biltsestraatweg voortschoof, geflankeerd door dikke, aaneengesloten rijen van fietsers op de fietspaden, waar tussendoor bromfietsers wiemelden”, aldus het Utrechts Nieuwsblad. “Op de Biltsestraatweg bereikte de drukte 2e Pinksterdag omstreeks vijf, zes uur een hoogtepunt”, schrijft de krant.

Knooppunt Oudenrijn

Wederom grote drukte bij knooppunt Oudenrijn in 1966.

Bermtoerisme

De file bij Oudenrijn zorgt niet voor frustratie, integendeel. De file op zich wordt in die tijd een toeristische trekpleister. Toeschouwers komen de eerste verkeersopstopping bekijken en vinden het fascinerend. Het fietspad naast de weg stroomt vol met kijkers en bestuurders op de tegenliggende weg besluiten te stoppen en hun auto op de vluchtstrook te parkeren om het nieuwe fenomeen file eens beter te kunnen bekijken. Doordat er nu eindelijk files in Nederland staan, raken mensen verheugd: de file is immers een teken dat het goed gaat met Nederland. Er ontstaat het zogenaamde bermtoerisme, waarbij talloze mensen recreatief in de berm verblijven om de onophoudelijke stroom van voertuigen te bekijken.

Bermtoerisme

Bermtoerisme in 1967

Na veel slecht weer in de lente schijnt de zon volop tijdens Pinksteren 1955. Hotels en restaurants hebben volgens het Utrechts Nieuwsblad “enkele gulden dagen beleefd”. Kleine bedrijven zijn een beetje overvallen door het mooie weer, waardoor ze weinig voorraad hebben ingeslagen. Er heerst een enorme drukte bij het gebouw van de VVV, hetgeen ervoor zorgt dat medewerkers tot na middernacht moeten doorwerken om mensen aan onderdak te helpen die daarom vragen. De NBM heeft alle bussen ingezet die het bedrijf tot de beschikking heeft. Utrechtse rondvaartboten zijn heel Pinksteren 1955 tot de laatste plaats bezet. Op de fietspaden in Hollandsche Rading en Lage Vuursche rijden Hilversummers en Utrechters elkaar bijna van de weg.

File: van toeristische trekpleister naar ergernis

Het enthousiasme over de verkeersopstoppingen en het bermtoerisme zijn al snel verdwenen. Steeds meer mensen kopen in de jaren 50 en daarna een auto, waardoor het woon-werkverkeer enorm toeneemt. Alleen bij hoge uitzondering en tijdens de coronacrisis van 2020 staan er tegenwoordig geen files tijdens de ochtend- of de avondspits in Nederland. Files zijn één van de grootste ergernissen van vandaag. Het aantal auto’s zal alleen maar toenemen en daarmee, ondanks allerlei maatregelen, het aantal files.

Avondspits

Erik Verhoef is hoogleraar ruimtelijke economie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam: “Achter het fileprobleem zit een menselijk probleem. Als de doorstroming beter is, gaan de mensen die nu de auto minder gebruiken terug naar de spits. Nieuwe wegen hebben een aanzuigende werking, het voordeel verdampt meteen weer. Het is een wurggreep. Economen noemen dit ‘the tragedy of the common’. Als je als enige in een vol stadion gaat staan dan zie je alles beter, maar als iedereen gaat staan zie je weer minder goed. Mensen moeten hun gedrag aanpassen.”

(Bron: Anderetijden.nl, AD.nl, Parool.nl, Historiek.net, ANWB.nl, Isgeschiedenis.nl, Nu.nl, Wikipedia. Foto’s: ANP, Shutterstock)

Geef een reactie