Indonesische gehaktspiesjes van Janny
De hoeveelheid specerijen die in deze spiesjes wordt gebruikt is persoonlijk en kan variëren van een flinke mespunt tot een halve theelepel. Wie ervaring met deze specerijen heeft zal waarschijnlijk iets meer gebruiken. Begin daarom bij voorkeur met een milde kruiding.
Ingrediënten:
Voor de gehaktspiesjes:
- 2 grote sjalotten
- 1 rode peper
- 1 theelepel trassi (garnalenpasta)
- ketoembar
- djinten
- gedroogd citroengras
- zout
- 500 gram rundergehakt
- 1 ei
- 3-4 eetlepels geraspte kokos
Voor de taugésalade:
- 200 gram taugé
- 2 eetlepels rijstazijn
- 2 eetlepels lichte sojasaus
- 2 theelepels sesamolie
- 1 theelepels suiker of honing
- 4 eetlepels grof gehakte, verse korianderblaadjes
- 2 lente-uitjes, in ringetjes
- 3 radijsjes, eerst in plakjes en dan in staafjes
- 1 chilipeper in smalle reepjes
- 1 eetlepels vissaus
Bereiding:
Van de gehaktspiesjes:
Pel en snipper de sjalotten zo fijn mogelijk. Halveer de peper, verwijder de zaadjes en snijd het vruchtvlees klein.
Meng in een kom sjalotsnippers, gehakte peper, trassi, ketoembar, djinten citroengras en gehakt met het ei en de geraspte kokos. Kneed zorgvuldig dooreen. Vorm hiervan langwerpige rollen en steek in elke rol in de hele lengte een houten satéprikker door. Leg in de koelkast om stevig te worden.
Verwarm een grill voor en rooster hierop of hier onder de gehaktrolletjes rondom gaar.
Van de taugésalade:
Maak de taugé schoon en doe de groente in een vergiet. Schenk nu heel langzaam kokend water over de taugé en spoel daarna direct na met koud water om het kookproces te stoppen. Meng alle ingrediënten voor de dressing. Meng taugé, ringetjes lente-ui, reepjes rode peper en staafjes radijs en kruiden en schenk de dressing hier over.